Berichten

Latch hooking, knopen of smyrna


In de kringloop kwam ik regelmatig van die raadselachtige cupjes op dezelfde lengte afgesneden stukjes wol tegen, omwikkeld met plastic. Het heeft lang geduurd voor ik begreep waar die voor dienen. Toen ik dat uitgevogeld had, begreep ik ook de pennen die er meestal in groten getale bij lagen: pennen die eruit zien alsof je er iemands hersens via zijn neus mee naar buiten kan haken (sorry, dat is wel erg grafisch), maar aangezien we niet in de oude Egyptische tijd leven, daar waarschijnlijk niet voor dienden. (No shit, Sherlock.)

Los van deze raadselachtige pakketjes wol, ontdekte ik de techniek van het latch hooken. Of, in het Nederlands, knopen (of smyrna – zo kent mijn moeder het). De Nederlandse benaming levert nogal wat problemen op als je erop googled, want ‘knopen’ kan ook op macramé slaan en dat is dan weer niet wat je zoekt. Soms is het zoeken naar de juiste Nederlandse naam voor een handvaardigheid ingewikkelder dan de handvaardigheid zelf. Zeker in dit geval.

A blogpost about my current new hobby: latch hooking. There are lots of good tutorials available in English at the internet and on Pinterest, take a peek here and here for instance!


Hoe dan ook, latch hooking, knopen of smyrna is een supersimpele handvaardigheid waarmee je hele gave wandkleedjes kunt maken zonder dat er een weefgetouw aan te pas hoeft te komen. Ik vind het geweldig om te doen omdat je amper hoeft na te denken over wát je doet. In tegenstelling tot weven – waar je je weefgetouw moet opspannen en toch altijd moet opletten of je je weefdraad niet te strak aantrekt – of bijvoorbeeld borduren, waar je constant aan het tellen bent.

Je hebt voor deze vorm van knopen in feite alleen een knooppen nodig (dat veronderstelde Egyptische martelwerktuig), een stramien (het ‘gaas’ waarop je werkt), een schaar, een langwerpig kartonnetje en wol of acryl. Ik kocht mijn stramien en knooppen hier.


Hou er rekening mee dat er twee soorten stramien zijn om op te werken: soedan (fijnmazig) en smyrna (grofmazig). Ik heb voor de projecten op de foto’s soedan stramien gebruikt (een stuk van 100×100 centimeter, daar kan ik voorlopig mee vooruit) en ik denk dat ik veilig kan zeggen dat dat het beste stramien is voor de meeste projecten, tenzij je bijvoorbeeld een groot vloerkleed van zeer grove wol wil knopen.

Voor het maken van de knopen gebruik ik afhankelijk van de dikte van de wol of acryl één of twee draden tegelijk. Dit is een beetje een kwestie van proberen. Als je knopen de omliggende gaten van het stramien dichtdrukken, kun je ervan uitgaan dat je wol te dik is voor het stramien, of dat je minder draden tegelijk moet gebruiken. Dit is mij nog niet overkomen, acryl en wol die je bijvoorbeeld bij Euroland, Action of Wibra koopt is meestal niet te dik voor het soedan stramien. Om een indruk te krijgen: van de witte en roze wol op de foto gebruik ik één draad, van de gele, blauwe en oranje twee.


De draden knip ik zelf op lengte, ik gebruik geen voorgeknipte wol (die je dus regelmatig bij de kringloop tegenkomt. Die cupjes zijn van smyrna wol, daar heb je het grovere smyrna stramien voor nodig). Om steeds ongeveer dezelfde stukken wol te krijgen, wikkel je de wol om een langwerpig kartonnetje (zie foto) en knipt het aan de boven- en onderkant door en daarna nog een keer doormidden. Zo krijg je stukken draad die ongeveer even lang zijn. Het hoeft allemaal niet perfect, dat rommelige geeft juist een mooi effect.

Voor iedere knoop neem je één of twee draden, die je om de knooppen vouwt volgens het voorbeeld hierboven. Vouw de draad onder de haak door en trek het nu door het gaas. Zo maak je een knoop! Als je het lastig vindt om te zien wat er op de foto’s gebeurt, bekijk dan deze tekening of dit filmpje (ik vind die dame aandoenlijk hilarisch, check vooral ook hoe ze aan het begin ‘verrast’ de camera inkijkt, alsof ze niet weet dat ze gefilmd wordt. Het is net LuckyTV.)


Nog een dikke tip: het is prettig om van tevoren ongeveer te weten welk patroon je wil gaan knopen. Je kan heel gemakkelijk met een dikke stift de vlakken op je stramien aftekenen. Ik gebruik, om de cirkel af te tekenen, een borduurring. Maak het jezelf gemakkelijk en werk rij voor rij van onder naar boven. Je kan je wandkleedje op heel veel verschillende manieren afwerken. Aardslui als ik ben, knipte ik het stramien gewoon ruim rond de buitenste knopen af, zodat het stramien niet meer zichtbaar is als je het ophangt.

Ik geef eerlijk toe dat ik het echt heel erg gaaf vind dat ik nu weet waar die raadselachtige stukjes wol en knooppennen in de kringloop voor dienen. En ja, dat is natuurlijk ook best hilarisch en ook wel een beetje aandoenlijk.

(Voor het ontwerp van dit wandkleedje gebruikte ik trouwens dit prachtige ontwerp van Anna Ka Bazaar als uitgangspunt. Ere wie ere toekomt!)

The house of the rising sun

The house of the rising sun - Oh Marie!
Vond ik daar op de vrijmarkt nóg een weefraam! Een hele oude, van de Hema. Zal je altijd zien!

Dit is mijn tweede weefwerkje. Wat ik zo fijn vind aan deze handwerktechniek? Dat je kan ’tekenen’ met je materiaal. Je maakt wat in je hoofd zit. Hoekjes, lijntjes, rondjes. Daar hou ik van. Geen ingewikkelde zomen, geen stofpatronen om rekening mee te houden, je hoeft niets achterstevoren, binnenstebuiten vast te zetten, of ruzie te maken met een naaimachine. De weeftechniek is rechttoe, rechtaan. En je eerste probeersels zien er meteen behoorlijk goed uit. Dit kleine weefraam kan ik daarbij op schoot houden, zodat ik ook Jetje nog een beetje in de gaten kan houden die momenteel het liefst als een soort mini-commando door de kamer tijgert.

Nog een dikke tip: gebruik voor het weven draad dat niet te elastisch is, zoals acryl of katoen. Dit voorkomt ‘inweven’: waarbij de randen van het weefwerk naar boven toe steeds schever toelopen. Bij Zeeman verkopen ze acryl in alle kleuren van de regenboog, voor fijne prijzen. Prettig materiaal om mee te beginnen en je bent niet meteen handenvol geld kwijt aan je nieuwe hobby.

Fijne zondag (voor wat er nog van over is, dan ;))!

Lelijke vlijt is verleden tijd

We hebben veel te danken aan onze handwerkende voorouders. Jawel. Veel van wat er op onze Pinterestborden staat, is geënt op wat er in de vorige eeuw in elkaar geknipt, gelijmd, geborduurd, gemacrameed of gefantaseerd werd.

Vroegâh, toen de lucht nog schoon was en de sex nog vies, werden handwerkboeken veelal voor 50% uitgevoerd in zwart-wit. Je kan me een zeurpiet noemen, maar om de verschillende effecten van een wandkleed in verschillende kleuren in een interieursetting in zwart-wit af te drukken vind ik vooral aandoenlijk en niet leerzaam.

Ach, “je wist niet beter” zou mijn moeder zeggen.

‘Grenzeloos’ is ook een woord dat in me opkomt als ik door vintage handwerkboeken blader. Een dekenkist in boerenschilderkunst kan een grappig accent in je woonkamer zijn. Maar in het handwerkboek uit 1977 over voormelde schilderkunst hulde men hele (woon)kamers in hetzelfde woeste bloemdessin. Best een visuele uitdaging lijkt me, om in zo’n kamer te verblijven. Zéker als je je bedenkt dat de oogheelkunde toen nog niet zo ver ontwikkeld was als nu. Kom maar door met die Donald Duck oog-afplakpleisters.

Achter al die mooie, aandoenlijke, knullige, kneuterige en idiote handvaardigheidsideeën zit een verhaal. Niet het ware verhaal, maar het verhaal dat ik erbij verzin. Daarom vandaag het slechtste uit onze persoonlijke wandkleden-, weef- en andere tribe-y handvaardigheidsboekencollectie.

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!

Vrije tijd blije tijd – Noëlle Lavaivre
Grote schrijvers dragen hun boek op aan hun geliefden. Knutselboekenschrijvers in 1973 aan “het gereedschap, dat vorm geeft aan onze dromen.” Dit is op zichzelf al zo grappig, dat uw recensent er lui van zou worden. Want wat moet je nog, als de schrijver van een boek het grappenwerk zelf heeft geregeld?

‘Vrije tijd blije tijd’ leert ons gezonde kettingen van sperziebonen, erwten en ‘mooie verse radijzen’ te maken (om met Hans Teeuwen te spreken: ik geef zelf de voorkeur aan radijzen waar Jan en alleman al van geknaagd heeft). Daarbij: als ik mijn ketting wil opeten, koop ik wel een snoepketting bij Jamin. Op de daaropvolgende sugarrush kan ik dan meteen 10 blogposts typen. In de jaren ’70 waren ze duidelijk nog niet op de hoogte van het concept win-win situatie.

Wandkleden maken – Henriette Beukers
Stel je voor: het is de zomer van 1973. Henriette Beukers zit met mijnheer Beukers aan het avondeten. Henriette heeft bami gemaakt, wat nog een hele toer is in de jaren ’70. Mie nestjes werden namelijk niet voor 1980 geïntroduceerd in Nederland. Mijnheer Beukers is in een slechte bui en knort dat de bami niet lekker smaakt. Om een lang verhaal kort te maken: in de daaropvolgende ruzie eindigt er een bord bami tegen de keukenmuur. “Hmmm”, denkt Henriette, terwijl ze naar de bruine puinhoop kijkt. “Dit is interessant. Die vormen, dat kleurenspel…..ik ben geïnspireerd voor een nieuw wandkleed voor mijn boek.”

Want zo ziet dit wandkleed eruit, lieve lezers. Als een bord bami dat tegen de muur is gekwakt. Ik mag hopen dat mijnheer en mevrouw Beukers na dit fiasco aan goedmaaksex hebben gedaan. Is deze bamivlek van een wandkleed toch nog ergens goed voor geweest.

Wil je weten of het huwelijk-Beukers heeft stand gehouden? Lees dan gauw verder…!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!

Handwerken zonder grenzen – Henriette Beukers
Want wat een ontzettend leuk toeval is dit: dit boek kwam niet alleen onder de bezielende leiding van Henriette Beukers tot stand, de fotografie, tekeningen en vormgeving komen voor rekening van niemand minder dan Henk Beukers. Aangezien het boek in 1978 verscheen, mogen we ervan uitgaan dat het huwelijk van de heer en mevrouw Beukers het bami-incident heeft overleefd. Ach, wat hou ik toch van een gelukkig einde. (Tenzij Henk Henriettes tweede huwelijk was. We zullen het nooit weten. Tenzij de erven Beukers deze blogpost tegenkomen, natuurlijk.)

‘Handwerken zonder grenzen’ heet dit boek. En blijkbaar gaat die grenzeloosheid ook op voor esthetiek. Tenzij je het altijd al geambieerd hebt om, vers van de zonnebank, te trouwen in een gebreide witte Holly Hobby jurk met detective hoed. Dan is niet alleen je gevoel voor humor grenzeloos, maar dan is dit boek ook zeker iets voor jou!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Weef met plezier – Tonny Schutten
Heb je de hele dag bloedig zitten weven, vreten de muizen ’s nachts je weefwerk aan. En lopen ze ook nog het halve bos naar binnen. Moet je én opnieuw beginnen én stofzuigen. Ben je driedubbel de sigaar, want die stofzuigers uit de jaren ’70 hadden heus niet de zuigkracht die die dingen nu hebben.

En, nu we onszelf toch dit soort levensvragen aan het stellen zijn: wat doet die doodenge geweefde kabouter op de cover van het boek? En is het wel een kabouter? Of is het een doodshoofd? Een Rorschach vlek is er niets bij!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Zelf bezig met wol

En ik maar denken dat ik tuinkabouters eng vond. Daarin vergiste ik me deerlijk. Weet je namelijk wat pas écht eng is? Een kind in mini-medicijnmannen-kostuum. Nee, dríe kinderen in medicijnmannenkostuum. Met plastic laboratorium hoesjes om hun voeten voor extra heftig schrikeffect. Is je kind klaar met zijn medicijnmannen-masker? Dan heb ik nog wel zeven kleuren schijt waar hij misschien wat mee kan.

Zelf aan de slag? Alle werkbeschrijvingen zijn op te vragen bij Oh Marie! (Maar vraag je wel af waar je in hemelsnaam mee bezig bent, mocht je het serieus overwegen. Alhoewel…voor we het weten is het weer Halloween!)