We hebben veel te danken aan onze handwerkende voorouders. Jawel. Veel van wat er op onze Pinterestborden staat, is geënt op wat er in de vorige eeuw in elkaar geknipt, gelijmd, geborduurd, gemacrameed of gefantaseerd werd.
Vroegâh, toen de lucht nog schoon was en de sex nog vies, werden handwerkboeken veelal voor 50% uitgevoerd in zwart-wit. Je kan me een zeurpiet noemen, maar om de verschillende effecten van een wandkleed in verschillende kleuren in een interieursetting in zwart-wit af te drukken vind ik vooral aandoenlijk en niet leerzaam.
Ach, “je wist niet beter” zou mijn moeder zeggen.
‘Grenzeloos’ is ook een woord dat in me opkomt als ik door vintage handwerkboeken blader. Een dekenkist in boerenschilderkunst kan een grappig accent in je woonkamer zijn. Maar in het handwerkboek uit 1977 over voormelde schilderkunst hulde men hele (woon)kamers in hetzelfde woeste bloemdessin. Best een visuele uitdaging lijkt me, om in zo’n kamer te verblijven. Zéker als je je bedenkt dat de oogheelkunde toen nog niet zo ver ontwikkeld was als nu. Kom maar door met die Donald Duck oog-afplakpleisters.
Achter al die mooie, aandoenlijke, knullige, kneuterige en idiote handvaardigheidsideeën zit een verhaal. Niet het ware verhaal, maar het verhaal dat ik erbij verzin. Daarom vandaag het slechtste uit onze persoonlijke wandkleden-, weef- en andere tribe-y handvaardigheidsboekencollectie.
Vrije tijd blije tijd – Noëlle Lavaivre
Grote schrijvers dragen hun boek op aan hun geliefden. Knutselboekenschrijvers in 1973 aan “het gereedschap, dat vorm geeft aan onze dromen.” Dit is op zichzelf al zo grappig, dat uw recensent er lui van zou worden. Want wat moet je nog, als de schrijver van een boek het grappenwerk zelf heeft geregeld?
‘Vrije tijd blije tijd’ leert ons gezonde kettingen van sperziebonen, erwten en ‘mooie verse radijzen’ te maken (om met Hans Teeuwen te spreken: ik geef zelf de voorkeur aan radijzen waar Jan en alleman al van geknaagd heeft). Daarbij: als ik mijn ketting wil opeten, koop ik wel een snoepketting bij Jamin. Op de daaropvolgende sugarrush kan ik dan meteen 10 blogposts typen. In de jaren ’70 waren ze duidelijk nog niet op de hoogte van het concept win-win situatie.
Wandkleden maken – Henriette Beukers
Stel je voor: het is de zomer van 1973. Henriette Beukers zit met mijnheer Beukers aan het avondeten. Henriette heeft bami gemaakt, wat nog een hele toer is in de jaren ’70. Mie nestjes werden namelijk niet voor 1980 geïntroduceerd in Nederland. Mijnheer Beukers is in een slechte bui en knort dat de bami niet lekker smaakt. Om een lang verhaal kort te maken: in de daaropvolgende ruzie eindigt er een bord bami tegen de keukenmuur. “Hmmm”, denkt Henriette, terwijl ze naar de bruine puinhoop kijkt. “Dit is interessant. Die vormen, dat kleurenspel…..ik ben geïnspireerd voor een nieuw wandkleed voor mijn boek.”
Want zo ziet dit wandkleed eruit, lieve lezers. Als een bord bami dat tegen de muur is gekwakt. Ik mag hopen dat mijnheer en mevrouw Beukers na dit fiasco aan goedmaaksex hebben gedaan. Is deze bamivlek van een wandkleed toch nog ergens goed voor geweest.
Wil je weten of het huwelijk-Beukers heeft stand gehouden? Lees dan gauw verder…!
Handwerken zonder grenzen – Henriette Beukers
Want wat een ontzettend leuk toeval is dit: dit boek kwam niet alleen onder de bezielende leiding van Henriette Beukers tot stand, de fotografie, tekeningen en vormgeving komen voor rekening van niemand minder dan Henk Beukers. Aangezien het boek in 1978 verscheen, mogen we ervan uitgaan dat het huwelijk van de heer en mevrouw Beukers het bami-incident heeft overleefd. Ach, wat hou ik toch van een gelukkig einde. (Tenzij Henk Henriettes tweede huwelijk was. We zullen het nooit weten. Tenzij de erven Beukers deze blogpost tegenkomen, natuurlijk.)
‘Handwerken zonder grenzen’ heet dit boek. En blijkbaar gaat die grenzeloosheid ook op voor esthetiek. Tenzij je het altijd al geambieerd hebt om, vers van de zonnebank, te trouwen in een gebreide witte Holly Hobby jurk met detective hoed. Dan is niet alleen je gevoel voor humor grenzeloos, maar dan is dit boek ook zeker iets voor jou!
Weef met plezier – Tonny Schutten
Heb je de hele dag bloedig zitten weven, vreten de muizen ’s nachts je weefwerk aan. En lopen ze ook nog het halve bos naar binnen. Moet je én opnieuw beginnen én stofzuigen. Ben je driedubbel de sigaar, want die stofzuigers uit de jaren ’70 hadden heus niet de zuigkracht die die dingen nu hebben.
En, nu we onszelf toch dit soort levensvragen aan het stellen zijn: wat doet die doodenge geweefde kabouter op de cover van het boek? En is het wel een kabouter? Of is het een doodshoofd? Een Rorschach vlek is er niets bij!
Zelf bezig met wol
En ik maar denken dat ik tuinkabouters eng vond. Daarin vergiste ik me deerlijk. Weet je namelijk wat pas écht eng is? Een kind in mini-medicijnmannen-kostuum. Nee, dríe kinderen in medicijnmannenkostuum. Met plastic laboratorium hoesjes om hun voeten voor extra heftig schrikeffect. Is je kind klaar met zijn medicijnmannen-masker? Dan heb ik nog wel zeven kleuren schijt waar hij misschien wat mee kan.
Zelf aan de slag? Alle werkbeschrijvingen zijn op te vragen bij Oh Marie! (Maar vraag je wel af waar je in hemelsnaam mee bezig bent, mocht je het serieus overwegen. Alhoewel…voor we het weten is het weer Halloween!)