Een vaas om in te bijten
Kijk, op papier past een goudkleurige vaas natuurlijk alleen maar in het interieur van Nel Veerkamp. Mijn interieur is dan wel niet doorgerookt (over de doden niets dan goeds, maar dat Nel de één met de ander aanstak is geen geheim) en Laven of andere kitscherige poppen zijn Persona Non Grata hier, maar een gouden vaas is ook voor mij onweerstaanbaar.
Ik vond hem tijdens een vrij vruchteloze kringloopsessie. Want ja, die heb ik ook natuurlijk. Ik vind niet iedere week een Pippi Langkous eenhoorn of een geelgeverfde vintage kast, ook al zal dat soms zo lijken. Ik vond wel deze vaas, dus ik spreek mezelf weer eens enorm tegen. Beter deze alinea maar helemaal te negeren.
Deze vaas is een interessant ding, als je erover nadenkt. Hij is in West-Germany gemaakt, dus hij is voor 1989 vervaardigd. Laten we aannemen dat dat ergens in de jaren ’80 is gebeurd. Een decennium dat, in retrospectief, op interieurgebied niet echt bekend staat om zijn verfijndheid. Die vaas was toen dus eigenlijk hysterischer dan hij nu is. Want ik zie voor me dat hij in de jaren ’80 ergens op een wit-getegelde vensterbank tussen de kitscherige hondjes, plastic bloemen en meubelen van kersenhoutfineer stond.
Dan staat hij zo, anno 2015, helemaal zo gek niet in mijn huis. Ik vind het net een zuurtje, met zijn zwierige vormen. De gouden kleur is het cellofaan eromheen. Dat ik er lekker omheen laat zitten. Maar goed dat ik niet echt een zoetekauw ben, dan was het ding zijn leven niet zeker geweest.