Berichten

Het geheim van de mega Pilea


Er is nogal wat geschreven over de Pilea en ik kan me voorstellen dat de plant je onderhand de neus uitkomt (of dan in ieder geval straks het woord ‘pot’ omdat dat woord een triljoen keer gaat voorkomen in deze tekst). Maar omdat mensen me op Instagram nogal eens vragen hoe ik die van mij zo groot heb gekregen en ik het gevaarte tóch moest verpotten, besloot ik er eens een blogpost aan te wijden. 

Ik kreeg mijn Pilea stekje in 2014 van Nikki tijdens de Snormarkt. Het zat in een theekopje, amper twee centimeter hoog. Inmiddels zijn we drie jaar en vier bloempotten verder en is mijn Pilea – zoals ze dat zo mooi zeggen in het Engels – humongous geworden. De kluit bestaat uit drie stammen en een berg stekjes. De bladeren zijn zo groot als Jet’s handjes, die de plant overigens Pannepoekenplant noemt. (En ik daarom nu ook.)


De Pilea is een gemakkelijke plant. Maar dat komt misschien ook door de situering van ons huis: met vensterbanken op het oosten zonder luchtroosters, krijgen planten genoeg licht, maar niet zoveel dat ze ervan verbranden. Daarnaast hebben ze geen last van tocht via roosters. Het is de enige verklaring die ik heb voor het feit dat alle planten in ons huis eruit zien alsof ze aan de steroïden zijn. (Kijk maar eens naar deze Calathea die ik nog niet eens een jaar in mijn bezit heb.) Wat trouwens ook héél goed blijkt te zijn voor planten is vier weken op vakantie gaan. Bij thuiskomst waren ze stuk voor stuk gigantisch gegroeid. In de categorie: ik heb jullie ook gemist, jongens.

Maar om die reden moest ik afgelopen week de Pannepoekenplant opnieuw in een grotere pot zetten. Pilea is namelijk gemakkelijk te lezen: als de pot te klein wordt, kleurt het blad geel (je kan het goed zien op de foto’s waarin hij net in zijn nieuwe blauwe pot staat). Dat verkleuren kan trouwens ook een teken zijn van teveel licht of te weinig water, maar in mijn geval hangt het direct samen met de grootte van de pot. Dat tijdig verpotten is trouwens ook een verklaring voor het feit dat mijn Pilea zo groot heeft kunnen geworden. Als de wortels de ruimte krijgen, kan de plant weer verder groeien. Helaas groeit je huis niet mee, dus ik begin me wel af te vragen waar dit gaat eindigen met die huidige steile groeicurve.  Dikke tip: kies als je een kamerplant wil verpotten, voor een bloempot die minimaal twintig procent groter is. En: een diepe pot is beter dan een ondiepe pot. Wortels groeien graag de diepte in (voor je, zoals ik, een plant in een pot probeert te persen gewoon omdat ie zo mooi is).


Ik stond eigenlijk op het punt om een Ferm Living bloempot te kopen, toen ik bij de kringloop deze enorme blauwe Weckpan vond. Hij was niet goedkoop (€ 22,50) maar het is nog altijd goedkoper dan een nieuw exemplaar van Ferm Living. Ik vond er ook het tafeltje bij, wat geen overbodige luxe bleek gezien het feit dat deze Weckpot met inhoud meer weegt dan twee Jetties en een Molly bij elkaar.

Ik heb uiteraard ook nog snode verfplannen met het tafeltje, maar dat bewaar ik voor een andere blogpost. Het houdt me allemaal in ieder geval weer lekker een tijdje van de straat. Wat de maatschappij minder kost dan dat ik uit verveling bushokjes zou gaan slopen ofzo.

Max Sauze Isocele

Max Sauze Isocele - Oh Marie!
Weleens een kringloop bezocht met een tweejarige? Ik doe het regelmatig, niet altijd met onverdeeld succes. De verleiding is groot om het kindje er maar los te laten en de halve kinderafdeling uit te laten pakken, maar dat vind ik 1. geen gedrag dat ik haar aan wil leren en 2. geen gedrag dat ik haar aan wil leren. Dus zoeken we met elkaar een tussenweg waar we beiden mee kunnen leven en hoop ik dat ik haar niet dusdanig met dergelijke bezoekjes verveel dat ze later nooit meer iets met de geneugten van het schatgraven te maken wil hebben.

Max Sauze Isocele - Oh Marie!
Terwijl ik met mijn ene hersenhelft mijn dochter probeerde te managen en met de andere hersenhelft (ik ga er even voor het gemak vanuit dat ik voor ieder van deze handelingen een andere helft gebruikte) de kringloop scande, viel mijn oog op bovenstaande paraplubak. Want ik dacht dat dat het was. Heel oneerbiedig zou later blijken.

Mijn aandacht verslapte toen Jet alsnog aanstalten maakte de kinderhoek uit te pakken (“Níjntje!!”) en ik vergat de paraplubak. Zoals ik alles tegenwoordig vergeet, behalve – gelukkig – mijn kind.

De volgende dag herinnerde ik me de paraplubak weer. Wat een goed teken is én een soort vuistregel bij het kopen van grotere tweedehands stukken: als ik 24 uur later nog aan een item denk, dan mag ik overwegen of ik het alsnog ga halen.

Onnodig te melden dat ik hem alsnog ging halen. (Euh, wat doe je nu dan?) De kleur rood waarin hij was uitgevoerd vond ik niet zo mooi, dus spoot ik hem over.

Max Sauze Isocele - Oh Marie!
En nu komt de twist in de plot. Zoals je misschien gemerkt hebt, hou ik erg van meuk. (Haha, grappig Fur.) Dus als ik niet in een kringloop ben en ik heb een vrij uurtje, dan kijk ik graag op Marktplaats. Terwijl ik iets totaal anders zocht, kwam ik een advertentie tegen van mijn paraplubak. Wat dus geen paraplubak is, maar een of ander designbijzettafeltje ontworpen door Max Sauze Isocele. Een tafeltje dat ik voor 2 euro bij de kringloop vond en heb overgespoten in een lekker kleurtje. En die ik, en dat is misschien nog wel het allerergste, paraplubak heb genoemd.

Ach, ik vind hem super leuk en laten we eerlijk zijn: als paraplubak zou hij het volgens mij ook hartstikke goed doen.

When I visited a thriftshop a while ago, I bumped into this umbrella stand (at least, that’s what I thought it was). Since I also had to manage my two-year-old who I had taken with me (and who attempted to unpack the entire toy’s department), I forgot about the umbrella stand and we went home.

The next day I remembered how much I liked the thing I still called umbrella stand and I went back to get it. Since I didn’t like its red colour, I spraypainted it pink.

There’s a pretty funny story about this umbrella stand though. I found out that this umbrella stand isn’t an umbrella stand, but some fancy sidetable designed in the 70s by Max Sauze Isocele. The fact that I painted it feels a bit barbaric now, not to mention that I called it an umbrella stand. Ah well, I really like it and let”s be honest: it does look like an umbrella stand, doesn’t it?

Bewaren