Berichten

De kamer met het handenwassertje

Wat doe je als ouder, als je kind zonder morren meebuigt met de levensveranderende keuzes die jij voor haar maakt? Dan laat je haar, al is het maar een armoedige troostprijs, kiezen welke kamer in het nieuwe huis haar slaapkamer moet worden. Ze koos “de kamer met het handenwassertje”, met toegang tot het balkon. Omdat ze dan, in haar woorden, “stiekem ’s nachts naar buiten zou kunnen om naar de maan te kijken”. Zo heerlijk hoe kinderen potentieel stiekeme acties al hebben opgebiecht voor ze ze überhaupt uitgevoerd hebben.


Dat handenwassertje (of wat in de volksmond wastafel wordt genoemd) was een geweldig detail in die kamer van haar. De slaapkamers in ons nieuwe huis zijn echter niet mega groot en vlak voor de verhuizing kwamen we er dan ook achter dat we die wasbak wel konden laten zitten, maar dat haar bed dan niet meer in de kamer zou passen. Althans, niet als we de balkondeur nog wilden gebruiken. Dus koppelden we de wasbak af.


Gezien de beschikbare ruimte waren er, naast de reeds aanwezige zaken als bed, kleed, wandkastje en accessoires, maar twee toevoegingen nodig voor Jet’s nieuwe kamer. Een uitgelezen kans om twee wensen van mijn immer uitdijende verlanglijstje te kunnen strepen. Gelukkig hou ik, net als andere 5-jarigen, van kleurrijke, tegen kitsch aanschurende spullen, vandaar dat ook Jet het idee van een Chinese bruidskast als kledingkast zag zitten. Ik vond er een op Marktplaats, bij een vrouw die een huis inclusief inboedel kocht (serieus, dat is een beetje zoals een kringloopinboedel kopen…hoe vet is dat?!) en die duidelijk niet van kitsch hield. Hij mocht dan ook weg voor een hele scherpe prijs.

Nog een gratis tip: maak een dergelijke kast nooit schoon met een lekker heet sopje en afwasmiddel zoals ik deed. De schade is te overzien, maar waar ik dacht dat het ding onder de nicotine zat, bleek dat de verf te zijn die ik ervan af stond te schrobben. Deze kast ontkracht overigens alle vuige roddels over Chinese makelij, want de illustraties kwamen behoorlijk ongeschonden uit mijn schoonmaakwoede. We plaatsten hem voor behang van Zilverblauw, een – in mijn ogen en Jet’s ogen – geweldige combinatie.


De tweede wens voor Jet’s kamer was de Memory wandlamp van het Tsjechische merk Brokis. De lamp is een beetje zoals een boek van Annie M.G. Schmidt of een film van Pixar. Hij is leuk voor kinderen én volwassenen. Dit geniale ontwerp stond al jaren stof te vangen (kan dat?) op mijn digitale verlanglijstje op Pinterest. De Memory lamp functioneert op zijn plekje boven Jet’s bed perfect als leeslamp, maar ook als knipoog naar de voormalige witte bollamp die op dat lichtpunt boven de wasbak aangesloten was. Ik kreeg hem gesponsord van het sympathieke Mister Design, waar ik eerder al mee samenwerkte. Heb je geen lichtpunt tegen de muur, dan is de Memory lamp is ook als hanglamp verkrijgbaar. Nog een leuk detail: de lamp is gemaakt van meerdere lagen glas, een techniek die al honderden jaren wordt toegepast in Tsjechië. Je bedient de lamp door aan het touwtje te trekken. Zoals ik al zei: geniaal.

Waar ze alle reden had om van het verwijderde handenwassertje een excuus te maken om de verhuizing in het algemeen, het nieuwe huis en al onze keuzes in het bijzonder stom te vinden en haar kont tegen de krib te gooien, reageerde Jet, toen ze haar nieuwe kamer zag, met de woorden “dat heb jij mooi gemaakt, mamma”. Ze heeft met haar vijf jaar al laten zien uit wat voor hout ze gesneden is. Dat vervult me niet alleen met trots, maar het is ook nog eens een staaltje levenskunst waar ik nog wat van kan leren.

Dag in dag uit, waar blijft de tijd?


Ach, ons Jetje is allang geen peuter meer. Ik wil niet klef gaan doen over hoe snel ze groot wordt enzo (want dat kinderen groot worden heeft niet alleen voordelen, het is ook nogal zinloos om je te verzetten tegen iets wat onvermijdelijk is) maar ik vraag me wel regelmatig af waar de afgelopen vier jaren gebleven zijn. Jet is, nu ze vier is, eigenlijk gewoon heel groot en ook nog heel klein. Erg toe aan school, maar niet omdat ze stierlijk vervelend is, maar omdat haar interesse in de wereld om haar heen steeds groter wordt. 

Als ik dan tóch klef moet doen (oké, oké): ons consultatiebureau vraagt je voorafgaand aan een afspraak altijd een vragenlijst in te vullen waar je ook begrippen die op je kind van toepassing zijn moet omcirkelen. Ik kom dan altijd uit op ‘vrolijk, grappig, nieuwsgierig, eigenwijs, eigenzinnig en energiek’. Ja sorry, ik kan het ook niet helpen. Ze lijkt nu eenmaal erg op haar vader (alleen ‘eigenwijs en eigenzinnig’ komen van mij, geloof ik).

Enfin. Afgelopen december verhuisde ze, om de baby die in januari op de planning stond, naar een nieuwe kamer. Niet alleen een minder babykamer-achtige, maar ook een die past bij haar leeftijd. Met meer gesatureerde kleuren en minder tot geen pastels. Met (neon)roze, maar vooral ook met donkerblauw, oker, (donker)groen, paars en marsala (of wijnrood).

De kamer is al maanden klaar. Het enige wat er naar mijn idee nog ontbrak was een bureautje. Ik vond dit oude, metalen exemplaar voor € 7,50 bij een kringloop die helemaal niet zo fantastisch is (lees: waar ze echte onvervalste rotzooi verkopen, maar dan ook échte rotzooi) maar waar ik (misschien wel om die reden) wel al de meest geweldige meubels vandaan heb gehaald. Het okergele wandkastje naast haar bed (met al haar Cars autootjes erin – ik schreef recent een column over die liefde) komt er bijvoorbeeld ook vandaan. Het bureau bleek helemaal uit elkaar te kunnen, waardoor ik het echt mooi strak kon verven. Ik gebruikte er de kleuren nachtblauw en turquois van Edding voor en liet het tafelblad zoals het was. Alleen het pennenbakje spoot ik over.

Als ouder heb je hele romantische ideeën over zo’n bureautje. Maar nu het ding er staat, wordt er niet aan gezeten, maar blijkt het gewoon een ordinaire shitbowl op kindformaat te zijn. Er wordt Lego op uitgestald, tekeningen, knutselwerkjes, steentjes, takjes, dode hommels, Cars parafernalia, zand en wat een vierjarige nog meer naar haar hol sleept. En mocht je je afvragen wat die bloem daar op dat tafeltje doet: Jet plukt graag bloemen. En ze vindt niets mooier dan dat ze die clandestien geplukte bloemen op haar eigen kamer in een vaas mag houden. Dat gedrag zal wel onder het kopje ‘eigenzinnig’ vallen. Of het is een indicatie dat ze later als ze groot wordt, inbreker wordt. Of winkeldief. Aan de andere kant: het is met mij ook redelijk goed gekomen, dus misschien is het gewoon een fase.

About the little desk I thrifted for our daughter’s room, that I refurbished and that’s now used as a shitbowl by our little girl (because, let’s be frank: all tables are basically shitbowls and magnets for all kinds of junk, aren’t they?) And some words about our daughter and the room she moved to after the birth of her baby sister.

…and nothing else matters


Lichtjaren geleden solliciteerde ik op een stageplek (doe je dat, solliciteren op een stageplek? Ach, boeiend). Ik weet zelfs nog de naam van de man met ik het sollicitatiegesprek had. Zijn voornaam was namelijk Cor en dat vond ik een oneindig ouderwetse naam voor zo’n jonge vent. Hoe dan ook, het gesprek verliep goed en ik hoopte dan ook vurig dat de stageplek voor mij was. Dagenlang hoorde ik niks, ook niet op de dag dat hij me zou bellen om me al dan niet mee te delen dat ik de plek niet zou krijgen.


In die tijd was ik nog niet zo assertief dat ik dan zelf ging bellen. Ik mocht dan wel secretaresse willen worden, bellen vond ik doodeng. Maar na al dat wachten werd ik best een beetje boos. Waarom liet die man niks van zich horen? Toen ik hem dus uiteindelijk wel zelf belde, kwam hij met de slapste smoes in de geschiedenis van het universum: “Ja sorry, in gedachten heb ik je al tien keer gebeld. Helaas hebben we nu geen plek voor een stagiaire.” Gee, thanks! For nothing! Bij de bank, waar ik later een hele leuke stageplek kreeg, noemden we zulke situaties altijd leermomenten. Als er dan niks zinnigs uit een situatie kwam, had je er allicht iets van geleerd. Ik was in dit geval in een klap van mijn bel-angst af.


Waarom deze ellenlange introductie? Omdat ik in gedachten al tien keer een blogpost geschreven heb. Aan goede voornemens ontbrak het namelijk niet, die laatste weken van mijn zwangerschap. Ze uitvoeren bleek een te grote opgaaf, zo blijkt wel uit de radiostilte hier. Die weken waren dan ook druk. Met 36 weken moest het hele huis nog omgegooid worden, mijn nieuwe werkruimte ingericht, waarna Jet naar mijn oude werkkamer verhuisde en het aller- allerlaatst de babykamer klaargemaakt kon worden. Ja, iets met prioriteiten…maar aangezien we in mijn familie aan olifantendrachten doen, leek het me onwaarschijnlijk dat ik met 36 weken zou gaan bevallen. En dat klopte gelukkig ook. (En was het wel gebeurd, dan was ik genadeloos afgestraft voor mijn naïviteit. Nog een leermoment.)


Het doet er allemaal niet meer toe, zodra je dan eindelijk je kindje na al dat wachten vasthoudt. Op 29 januari werd ze geboren, ons mooie meisje en lieve zusje Cato. Het gaat goed, met haar en met ons. Jet refereert constant naar ‘hem’ in plaats van ‘haar’ (erg komisch) en vertelt iedereen die het wel en niet horen wil over haar zus.


Tijdens mijn allereerste uitstapje dat verder reikte dan de perceelsgrenzen van ons huis (zo erg was het op het laatst, gelukkig heb ik goed ontwikkelde kluizenaarsgenen) ging ik natuurlijk naar de kringloop. Ik vond er de Zweedse kast die perfect past op Cato’s kamer. Voor de rest alvast een foto van Jet’s nieuwe kamer. Er volgt nog meer. Maar echt. Maar nu eerst weer even terug naar de bel die Cato heet. Want voor ik het weet is ze op haar brommer weg voor ik goedemorgen zeg.

(En dan nog even dit: ‘mijn’ WOWN! crew lanceerde gisteren – na maanden keihard werken – hun volledige WOWN! collectie, die zij in samenwerking met Kwantum ontwikkelden. Wat een werk en wat een prachtig resultaat! Lees op wown.nl alles over de officiële lancering en over de collecties van Anki, Suzanne en Souraya die vanaf 19 maart in de winkels liggen!)

Moonrise Kingdom


Vroegâh, toen ik nog klein en schattig was (inmiddels ben ik geen van beide meer, haha), hadden mijn broer en ik een speelwigwam. Een exemplaar uitgevoerd in hysterisch oranje en met een print volledig in strijd met artikel 1 van onze grondwet, want heel erg stigmatiserend wat betreft indianen versus cowboys. Alsof er bij Wounded Knee niet al genoeg ellende was aangericht, zullen we maar zeggen. 

Naast die afbeeldingen heb ik nog meer herinneringen aan die tent: hoe hij een instant knus gevoel gaf als je erin speelde. Hoe gemakkelijk hij ook omviel. En hoe warm het erin werd als je er in de zomer in speelde. Kamperen vind ik vreselijk (iedereen die zijn vrije tijd vrijwillig in een tent door wil brengen heeft mijn diepe respect), maar de aantrekkingskracht van zo’n speeltentje begrijp ik helemaal. Je zou als volwassene soms zelf nog een speeltent willen hebben. Als een soort stoffen, mobiele happy place. Maar goed, dat heeft weer een hoop praktische bezwaren. Tenzij je van kamperen houdt, natuurlijk.


Een speeltentje stond dus hoog op mijn verlanglijstje voor Jet. Dat is zo leuk als je kindje nog klein is: dat je er nog verlanglijstjes voor kan hebben. En bovenal: dat dat verlanglijstje nog niet ter discussie staat. Ik geniet daar nog maar even van, want de dag dat er discussies gevoerd moeten worden over foute vriendjes breekt waarschijnlijk een stuk sneller aan dan ik me nu voorstellen kan.

Jet vindt dit door MisterDesign gesponsorde tentje van Ferm Living gewéldig. Of beter nog: een geweldige opslag voor al haar Nijntjes en de rest van de inboedel van haar slaapkamer. Zo is ze voor de foto’s vooral bezig geweest om er de inhoud van haar kasten en Nijntjehuis naartoe te verplaatsen. Waarbij ik weer blij was dat ik niet geboren ben als knuffel-Nijntje, want dat ging er allemaal niet bepaald zachtzinnig aan toe.


Iedere keer als Jet in haar tentje zit, nodigt ze me heel genereus uit om ook in haar tent te komen spelen. Om er vervolgens zelf naast te gaan zitten, want ik vul dat hele ding uit, dat snap je. Maar hoe leuk is het, om de magie van zo’n simpel speeltentje weer door de ogen van je kind te zien. Die ook nog eens lekker stevig staat en die is uitgevoerd in eenvoudig grijs-wit, zonder een door volwassen opgedrongen beeld over bepaalde bevolkingsgroepen. Dat is nog eens een happy place. Ze moesten er een volwassen uitvoering van maken, de wereld zou er een stuk van opknappen.


Short ’n sweet: about our daughter’s new Ferm Living play tent, sponsored by MisterDesign.

Clean slate


Ik hou van kerst, maar decoraties en stillevens hebben voor mij een maximale houdbaarheidsdatum. Na 25 dagen ben ik ze spuugzat. No rest for the wicked. Ik hou van ons januari huis: opgeruimd en leeg.

We schoven Jet’s bedje uit (wist je dat het vinden van de juiste maat dekbed nog helemaal geen sinecure is?), ze slaapt nu letterlijk en figuurlijk onder een berg Nijntjes en onder haar eigen maan. Want hoe geweldig is het dat je, als fan van de maan, nu ook een eigen maan op je kamer hebt?

Ik installeerde de Bulbo lamp die ik voor mijn verjaardag kreeg (wat een geniaal concept), we hingen een Pivot op in de keuken en ik shuffelde zoals vanouds de stillevens in huis.

Januari begint voor mij de zondag van het jaar te worden: naarmate ik ouder word, ga ik die maand steeds meer waarderen. Er is weer wat ruimte in de agenda, lucht in mijn hoofd en huis. Tijd om soms zowaar eens even niets te doen. Om gewoon thuis te zijn zonder verplichtingen of ellenlange to do lijstjes. Happy days!


Januari at last. All the Christmas decor is back in the attic, we start with a clean slate. I love our empty and clean Januari home. Now that I’m getting older I start to love January in general, when my schedule is less crazy, when there’s sometimes even time to do nothing in particular. We extended our little girl’s bed and installed her Zilverblauw moon (she loves the real moon and her ‘own moon’ as she calls it). I also installed my birthday present: a Bulbo light. We mounted a Pivot in our kitchen and I shuffled around some still lives. All is well.