Berichten

Een bloemlezing


Bezoekers van mijn Rotterdamse glitteroma waren jarenlang getuige van een bijzonder fenomeen op haar balkon. In de bloembakken die daar stonden bloeiden namelijk bloemen die nooit tegelijk in bloei zijn. Wat zeg ik, er stonden bloemen die het nooit in het Nederlandse klimaat zouden redden. Deze vervreemdende balkonsituatie viel geheel te wijten aan het feit dat al die bloemen van plastic waren. Mijn oma hield erg van nepbloemen en wel om de immens praktische redenen dat er geen rommel vanaf kwam, dat ze geen water nodig hadden en dat ze hooguit verschoten maar nooit verwelkten. Ze had de bloemen, niet het onderhoud. Ik erfde mijn oma’s opgeruimde kant, dus kan ik me best vinden in deze houding. Daarbij ben ik niet vies van een beetje camp, dus moet ik altijd glimlachen als ik aan die bloembakken denk.

Mijn andere oma, die oma naar wie ik mijn blog vernoemde, had ook een atypische houding ten opzichte van bloemen. Snijbloemen hebben de vervelende eigenschap dat ze verwelken en daar hield mijn oma niet van. De aanblik van het op handen zijnde verval maakte haar, aldus zijzelf, treurig. Dus had ze ze liever niet in huis. Dat betekende niet dat mijn oma niet van bloemen hield. Maar ze genoot liever van ze in de tuin, waar ze een seizoen lang meegingen. Of in de vorm van kleine boeketjes die we tijdens onze wandelingen plukten en thuis in een oud mosterdglaasje zetten. Ik leerde door haar vooral dat boeketten niet groots en meeslepend hoeven te zijn, maar zo bescheiden mogen zijn als een boeketje bermbloemen.

Aan het eind van 2019, nadat ik voor het eerst sinds tijden bloemen liet bezorgen en stylede, deed ik mezelf de belofte om dit weer vaker te doen in 2020. Maar dan wel op de wijze waarop mijn oma’s het deden: praktisch…en misschien een beetje anders-dan-anders. Toen Fleurop (of althans: een medewerker ervan) mij in januari vroeg of ik het leuk vond om in samenwerking met hen een blogpost hierover te maken, leek me dat dan ook een goede stok achter de deur om dit goede voornemen in de praktijk te brengen.

Ik heb zelf – net als mijn oma’s – een ambivalente houding ten aanzien van bloemen. Ik hou ontzettend van bloemen in huis, van bloemen in mijn foto’s, maar ze aanschaffen en verwerken vind ik best wel een ding en daarom doe ik het niet zo vaak als ik zou willen. Zo heb ik met het vervoeren van bloemen altijd problemen. Ik ben misschien wel de enige mafkees die hier last van heeft, maar ik word er doodzenuwachtig van om die delicate stengels een beetje jofel naar hun eindbestemming te krijgen. Zo lijkt het altijd alsof windkracht 12 opsteekt als ik besluit om mijn delicate vrachtje op de fiets te vervoeren. Met de auto bloemen halen is natuurlijk niet duurzaam maar vergroot wel de kans op succes. Maar rem ik een keer hard, dan belanden die bloemen altijd op een plek waar al hun knoppen afknakken. Serieus, het is – om met mijn oma te spreken – alsof de duvel ermee speelt. Ik heb gewoon slechte bloemvervoerkarma.

(Bloemen krijgen is bijkans nóg erger. Zit je op je verjaardagsfeestje een stuk taart weg te hakken, moet je ineens een bos verjaardagsbloemen managen. Mijn Lief zet (net als de rest van de wereldbevolking) zo’n boeket in de gootsteen met een laagje water, maar daar kan ik dus niet tegen. Die arme bloemen hebben er al een reis zonder water opzitten en moeten vervolgens nog langer wachten tot er voor ze gezorgd wordt. Ik kan ze op zo’n moment bijna horen huilen van ellende. Je kan dat projectie noemen of een te groot inlevingsvermogen, maar zo’n jammerende bos bloemen in je keuken zet toch een domper op de feestvreugde.)

Krijg ik de bloemen heel thuis, dan volgt de worsteling van het verwerken ervan. Om er een coherent geheel van te maken, weet je wel? Ervoor te zorgen dat iedere bloem op precies de juiste hoogte staat zodat er een goede compositie ontstaat. Ik denk dat wiskundigen nog steeds hun hoofd breken over de juiste verhouding van vaasomtrek versus hoeveelheid bloemen. Bij mij is die verhouding meestal…zoek. Enfin, laat ik het zo zeggen: ik verdien – al zeg ik het zelf – ponystickers tot in het oneindige dat ik die worsteling iedere keer weer tot een redelijk bevredigend einde breng zonder iets stuk te maken.

En dan zwijg ik nog over het spoor van dood blad en stuifmeel dat bloemen achterlaten zodra je ze naar de composthoop verplaatst. Op dat vlak ga ik mijn oma ook steeds beter begrijpen.

Ondanks dat ik het laat klinken als een kwelling, wil ik meer met bloemen doen. Want als ze eenmaal staan, kan ik er ontzettend van genieten. Die worsteling roept een halsstarrigheid in me op om iets onder de knie te krijgen wat anderen (zoals mijn oud-collega Anne) moeiteloos lijken te doen. Dus ploeter ik voort, met meestal een redelijk bevredigend resultaat.

Een bos hoeft dus niet groots te zijn, niet meeslepend. Het mogen zes hyacinten in een gekringloopte vaas zijn, een rommelig boeketje aangevuld met winterjasmijn en uitgebloeide hortensia uit de tuin, een ranonkel en een takje wilde margrieten. Eigenlijk gewoon precies zoals mijn oma’s bloemen benaderden. Praktisch en anders-dan-anders.

Spring break


Een dag op stap met de inlaws (wat een mooi woord is dat toch, soms schiet het Nederlands echt te kort), eindigde in een chaotisch bezoek aan het atelier van Hella Duijs op het voormalige Honig terrein in Nijmegen. (Dit klinkt alsof daar eerst nog een dolle rit door Nederland aan vooraf ging, maar dat viel verder wel mee. Geloof ik.).

Ik kocht er deze prachtige blauwe vaas (die Hella zelf bestempelde als kneusje, maar wij vooral als ‘dit-mag-dan-wellicht-niet-aan-jouw-hoge-standaard-voldoen-maar-wij-vinden-dit-geweldig’) en dit prachtige okergele vaasje. Ben je een keer op een zaterdag in de buurt van het Honingcomplex, bezoek dan Hella’s atelier en lunch dan bij ‘De Meesterproef‘. (Ze hebben de geniale slogan ‘Waar voorheen de gemakkelijke zakjes met e-nummers vandaan kwamen, zit nu De Meesterproef’.) En neem je camera mee om het onvervalste rauwe fabrieksterrein gevoel vast te leggen (dat deed ik niet, te weinig focus, te veel leuke chaos – voor je het weet stoot je een kast met vazen om en heb je de poppen pas écht aan het dansen). Je hebt tot 2022, dan gaat de boel tegen de vlakte (een doodzonde trouwens, maar misschien ben ik nu te voorbarig).

De vaas bleek perfect voor mijn bos voorjaarsbloemen, waar ik Helleborus uit mijn moeder’s tuin aan toevoegde. De zwart-witte vaas hieronder is van Wrong for Hay die ik eens voor een fractie van de originele prijs op Marktplaats vond. Happy days! (Want ook daar is geen goede Nederlandse uitdrukking voor. ;-))


A happy chaotic day with the inlaws ended at the beautiful workspace and shop of ceramist Hella Duijs located at the old Honing complex (a huge former soup factory) in The Netherlands. I bought the beautiful blue vase and this ochre one there. Do pay a visit to Hella’s shop at the old Honing complex in Nijmegen when you’re in the neightbourhood, it’s a very cool industrial and raw place and they have delicious food at ‘De Meesterproef’! Happy days!


Ik maakte deze blogpost in samenwerking met Mooiwatbloemendoen.nl.