Fotografie en identiteit: levenslessen via oude foto’s
Stel je eens voor dat je de fotoalbums van je opa en oma aan het bekijken bent. Ze zijn beiden overleden en de albums liggen nu bij je ouders op zolder. Je wil je opa en oma beter leren kennen. Of eigenlijk: je oma, die je helaas amper gekend hebt. Je herinneringen aan haar zijn fragmentarisch. Of zintuiglijk. Een grote tuin, de geur van thijm, een kleurig bloembed.
Er ligt een hele stapel albums voor je. Gekleurde linnen kaften netjes gesorteerd op kleur. Je bladert ze stuk voor stuk door. Het vloeipapier knispert zacht. Af en toe zit er een foto los. Je stopt hem voorzichtig terug in de fotohoekjes.
Er zitten foto’s bij van de tuin van je opa en oma. Oma bekijkt de rozen. Of ze ligt op een ligbed in de zon. Er zijn foto’s van vakanties. Weidse uitzichten over prachtige bergkammen. Of over de zee. Foto’s van je moeder en haar broer. Ze kijken recht in de lens, lachend, een ijsje etend. Soms stevig omarmt door hun moeder. Jouw oma. De foto’s zijn prachtig. Het was dan ook een hobby van je opa, fotograferen.
Na een tijdje begint je iets op te vallen. Het lijkt wel alsof oma, steeds op het moment dat de foto gemaakt wordt, het beeld de rug toekeert.
Zie je dat nu goed?
Je bladert door de albums. Er is geen enkele foto te vinden waarop het gezicht van je oma te zien is. Ze keert de camera en daarmee de foto letterlijk de rug toe.
Gedesillusioneerd blijft je achter. Je poging om haar te zien zoals ze was is vruchteloos. Ze zal voor altijd een raadsel blijven. Wat haar karakter betreft zal je af moeten gaan op de getuigenverklaringen uit haar directe omgeving.
Of toch niet?
Klinkt dit als een ongeloofwaardig verhaal? Het overkwam Floor Winter. Ze ging op zoek naar haar oma. Haar oma wiens gezicht altijd afgewend bleek te zijn op foto’s. Ze moest dus, zoals ze het zelf zo mooi zegt, op zoek naar de schat zonder schatkaart. Want hoe leer je iemand kennen zonder dat je zijn gezicht zien kan?
Ik kon mijn ogen bijna niet geloven toen ik voor het eerst over Floor’s project las. De foto’s in het boek dat ze bij haar afstudeerproject maakte, zouden zo uit een film kunnen komen. Het heeft iets bizars dat de hoofdpersoon zo anoniem blijft. Ik vraag me af: zou het feit dat ze niet met haar gezicht op de foto wilde ook iets met de tijdgeest te maken hebben? Met wegcijferen? Bescheidenheid? Met het feit dat het in de foto om het moment gaat en niet om haar?
Zouden we, kortom, iets kunnen leren van deze foto’s?
Ik vind het ontzettend boeiend. En tegelijkertijd voel ik me een beetje een voyeur, kijkend naar die raadselachtige vrouw op de foto’s. Me haar karakter voorstellend. Me afvragend of er weleens grapjes werden gemaakt als de foto’s ontwikkeld terug kwamen. “Stond je weer de andere kant op te kijken!” Of dat deze pose een soort stilzwijgende overeenkomst tussen fotograaf en model was.
Floor maakte van de fotoserie van haar oma haar afstudeerproject met titel ‘Gisteren is vandaag’. Een project dat gaat over identiteit. Ze maakt daarmee een prachtig bruggetje naar fotografie in het heden, waarin wij op sociale media en op onze blogs letterlijk onze eigen identiteit creëren. We worden niet meer gedwongen goed te kijken naar foto’s, omdat wij hapklaar aanleveren hoe wij willen dat de buitenwereld ons ziet. Floor’s oma leek juist te zeggen: ik ben niet belangrijk in dit grote geheel. Dit is het moment waarvan ik geniet, de rest is nu niet belangrijk.
Maar of dat écht zo is, zullen we nooit weten. Is dat belangrijk? Ik denk het niet. Want misschien heeft Floor niet de meest perfecte herinnering aan haar oma, maar wel de meest bijzondere.
Wil je het hele verhaal in Floor’s eigen woorden lezen en meer foto’s bekijken? Kijk dan even hier en hier.