Berichten

Ontembare positiviteit en niet te stoppen veranderdrift


We kochten de servieskast in onze woonkamer in 2010, vlak nadat we ons huis verkocht hadden en in een tijdelijke woning zouden trekken. Het klinkt misschien een beetje vreemd, dat ik een servieskast kocht terwijl we naar een tijdelijk huis zouden gaan…en eigenlijk is het dat ook. Ik herinner me nog dat de vriend wiens huis we gingen huren, heel positief reageerde op ons voorstel om onze nieuwe Marktplaatsaanwinst direct maar neer te zetten in wat toen nog zijn huis (en pas een paar weken later de onze) was. Het is misschien slim om te vermelden dat het een goede vriend is van mijn Lief, die ook nooit ergens een probleem in ziet. Soort zoekt soort. Hij was zelfs blij met zijn tijdelijke nieuwe meubel. De tranen springen me bijkans in de ogen van zoveel ruimhartigheid.

De servieskast (hier op zijn oude plekje in ons tijdelijke appartement – het voelt als een leven geleden) verhuisde daarna mee naar ons huidige huis. Hij kreeg een nieuwe kleur aan de binnenkant (een kleur die ik koos toen ik zwanger was en waar ik nooit 100% tevreden mee was, maar niet zeggen tegen mijn Lief want die heeft hem toen geverfd…er zijn mensen om minder gescheiden) en zo heeft hij jarenlang bij de keuken gestaan, met een constant wisselende verzameling spullen erin.


Maar zoals dat gaat met alles in ons huis (alhoewel we een grens trokken bij kinderen en huisdieren) was ook die servieskast op een dag aan vervanging toe. Ik wilde er iets strakkers (voor zover de vorige kast dat nog niet was) voor in de plaats, met veel (onzichtbare) bergruimte onderin, zodat Jet zelf het speelgoed pakken kan waar ze op dat moment voor in de stemming is. (Meestal is dat álles in een keer waarna ze naar buiten vertrekt om met een bakje water en een stok te gaan spelen.)

Deze nieuwe kast vond ik verrassend snel via Marktplaats (zet mij op een eiland met wifi en ik vermaak me kostelijk met die app). En omdat mijn Lief net zo ruimhartig en positief is als voornoemde vriend, zag hij natuurlijk geen enkel probleem in het regelen van een kar en het rijden naar een oord hier ver vandaan voor die nieuwe kast. Dat ons huis met zijn ontembare positiviteit en mijn veranderdrift nog niet is veranderd in een uitdragerij mag een godswonder heten.


Deze kast is een metalen Mewaf laboratoriumkast uit 1954. Ik ben er (ook al zo verrassend) ontzettend blij mee. Hij is lager, breder én lichter dan onze vorige kast en het lijkt wel alsof hij al jaren op deze plek staat. Er kan een shitload aan boekjes, Duplo, Fabuland, puzzels en andere meuk achter die deuren. Onze dochter beheert namelijk naast haar speelgoed verschillende verzamelingen takken, stenen, kroondoppen, lege slakkenhuisjes en zand. Heel veel zand. Soms denk ik weleens dat ik het leven heb geschonken aan een zandmannetje. Ons zandmannetje heeft hoe dan ook veel uitpakplezier met deze kast en wij – naast het plezier van de aanblik van die kast – met het feit dat die verzamelingen nu een eigen plek hebben. Iedereen tevreden!

Als je het trouwens leuk vindt om mijn columns voor het AD te lezen (de reden dat ik hier niet altijd meer wekelijks te vinden ben) dan kan je ze hier allemaal terugvinden. Er blijft na het schrijven voor de krant, vtwonen en andere opdrachtgevers, niet altijd inspiratie of tijd over om lollig te doen op mijn blog. Ik prijs me gelukkig dat ik dat tegenwoordig zeggen kan, trouwens. Als je wil weten in wat voor duistere uithoek van Nederland ik iets moois opgegraven heb, dan ben ik meestal wél op Instagram te vinden. Het is maar dat je het weet!

After…not a lot of debate, actually, we replaced the old, oak cabinet in the kitchen for a ‘new’ one. Its replacement – which we found on Marktplaats (our Dutch Craigslist) – is a 1954 metal lab cabinet made by Mewaf. I think it fits our interior way better. It’s a bit sleeker, modern (as far as you can say that about a cabinet that’s 60 years old) and I love its bright off-whitegreyish colour. It already feels like it has been in our living room for years, strangely enough. I also wanted it to have enough storage for our daughter’s books, toys, Duplo and other bits and bobs that come with a child that manages to withold several collections of stones, branches, empty snail shells, crown-caps and sand. A helluva lot of sand. (sometimes I feel I gave birth to a baby sandman. True words.). You would faint if you knew how much junk the lower parts of this cabinet withholds. Which is just perfect in many many ways.

Giddy up!

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!

Bij de manege waar ik jaren geleden reed, stonden de paarden op eenzame hoogte. Niet dat ik me had ingeschreven bij een manege op Mount Everest, maar laat ik het zo zeggen: als je advocaat je belang net zo goed verdedigde als die manegehoudster dat van haar paarden, dan zat je qua vrijspraak gebeiteld. En sinds paarden niet kunnen zeggen wat ze willen of nodig hebben (al zijn ze bijzonder goed in het uitzenden van bepaalde signalen), was ik het helemaal eens met die diervriendelijke verdeling. 

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!

Ze keken bij de manege om die reden goed of een ruiter bij een paard paste. Omdat ik niet bepaald een Amazone was, reed ik meestal op Buffalo. Buffalo was een Tinker, een fors gebouwd paard (bigboned, not fat) met grote sokken, een roze neus, lange manen en zwarte en witte vlekken. (Een soort Hidalgo, mocht je de film gezien hebben.) Buffalo was een grote lieverd en ook een grote dondersteen. Hij voelde, zodra ik op zijn rug zat, of ik een redelijke of slechte dag had (daartussen fluctueerde mijn vaardigheden) en soms stond ik minutenlang te proberen hem aan het lopen te krijgen, terwijl de rest van mijn klasje al lang aan het warmlopen was. Áls hij dan ging lopen, was dat omdat hij daar zin in had, niet omdat ik hem zo goed aanspoorde. Een soort walk of shame, inderdaad. Voor mij. Ik ging er nog meer door van hem houden. Ik herkende iets van mezelf in Buffalo, denk ik.

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!
Na het poetsen of afzadelen stond ik vaak nog zijn lieve roze neusje te aaien, of hem achter zijn oren te kriebelen. Hij vond het allemaal prima. Buffalo was dan wel niet mijn eigen paard en mijn liefde voor hem was zeker niet exclusief, maar op die momenten voelde hij toch een beetje als mijn hoogsteigen verzorgpaard. Dus zo werd ik, toen het al lang niet cool meer was om dat te ambiëren, toch nog een soort Penny-meisje.

Het is een lange aanloop, maar mijn herinnering aan Buffalo deed me dit handgemaakte houten paardje van de kringloop meenemen. Op zijn rug staat ‘H. 27-11-’68’. Of het nu een eindexamenwerkstuk is geweest, of een eerbetoon aan iemand’s verzorgpony, maakt natuurlijk niet uit. Hij herinnert mij aan die tijd waarin ik nooit een Amazone werd, maar wel vriendschap voor het leven sloot met paarden. Al dan niet van de kringloop.

How this thrifted horse reminds me of my horse riding days and of my favourite riding school horse called Buffalo.

Salonfähig

Lelijke lamp - Oh Marie!
Nee, ik ben niet gek geworden. Niet gekker dan ik al ben. Maar schrok jij ook zo van deze lamp? Ja hè? Hij is lélijk hè? Weet je waarom ik op hem viel? Om dat geschulpte randje aan zijn dekseltje. Ik ben gek op zulke randjes. Vandaar dat onze hal er ook uitziet als een ijscokraam. Waar je dan weer geen ijs kopen kan. (Als ik een echte ijscokraam in mijn hal had staan, ging ik écht niet voor die ijsjes betalen trouwens. Dan werd het zo’n sundae automaat waar ik ieder uur ijs ging tappen. Maar dat terzijde.)

Lelijke lamp - Oh Marie!

Die golfjes deden me stoppen bij deze lelijke lamp. En het feit dat de lamp deels van koper is. Het glimt zo mooi warm. En het past zo mooi bij roze, ook. Ik realiseerde me dat deze wanstaltige lamp, die in zijn huidige vorm niet zou misstaan in de kerkers van Zwadderich, gemakkelijk omgetoverd kon worden tot iets mooiers. (Of, minder lelijks – want over smaak valt te twisten.)

Lelijke lamp - Oh Marie!
Ik verwijderde de ketting, het metalen lint en het glas. Het snoer verving ik door koperkleurig strijkijzersnoer. Verder poetste ik het koper met HG koper glans polish. (Dikke tip als je iets van koper hebt en je rustig wordt van het poetsen van spullen: koper gaat geweldig glimmen van dat spulletje. Als je je afvraagt hoe ik aan al die kopergerelateerde spullen kom, we hebben op de nieuwe werkkamer van mijn Lief de koperen Lloop van Vij5 hangen die, toen we hem kochten, meerdere malen te grazen was genomen door een schoonmaker met een vieze zeem.)

Lelijke lamp - Oh Marie!
Zonder al dat beslag blijft er een prachtige, lieve lamp over. Nu nog een mooi plekje voor hem zoeken. Of natuurlijk toch gewoon die ijssalon beginnen.

I deconstructed this super ugly thrifted lamp that, in its old shape, wouldn’t go amiss in the dungeons of Slytherin. I really like the scalloped edges of the hood, the reason why I bought it in the first place. I removed the glass and the steel chains, polished the copper hood and replaced the plain cord with copper coloured cord. Don’t you just love how it turned out?

Bewaren

Willy Wortel en het scheve bakje

vintage styling - Oh Marie!
Jaren geleden stond ik op een craftfair waar ik mijn Etsy spullen verkocht. Vertrouwend op de zachtheid van onze winters, had ik een buitenkraam geboekt. Scheelde ook een stuk in prijs in vergelijking met de binnenkramen.

Die fair had de twijfelachtige eer om op de koudste dag van dat jaar te vallen. So much voor onze warme winters. We hadden voor de zekerheid wel een kacheltje meegenomen, waar een enorme bak warmte vanaf kwam. Alleen vervloog die warmte natuurlijk direct. Ik had het die dag vreselijk koud, op mijn linker onderbeen na. Die stond namelijk pal naast de kachel. Tegenover ons werden kastanjes gepoft, dus aan het einde van de dag voelde ik me zelf ook een beetje een gepofte kastanje. Alleen dan wel een hele koude.

Om op te warmen liepen mijn Lief en ik af en toe een rondje door het overdekte deel van de fair. Tussen al die kramen (die trouwens wél een stuk smaller waren – nog een reden waarom ik voor een buitenkraam had gekozen), stond een kunstenaar die doosjes maakte van klei. Hele schonkige, scheve bakjes. Ze zagen er bijna uit alsof een kind ze had gekleid. Bijna.

Terwijl ik dit typ, breek ik mijn hersens over de naam van de kunstenaar. Het was iets met ‘wortel’ (hij zag er niet uit als een kip, dus het was niet Willy). Hij wist me nog te vertellen dat Frans Uyterlinde ook iets bij hem gekocht had. (Dus Frans, als je dit leest. Verlos me uit mijn lijden.)

Ik was dus verliefd en kocht van mijn die dag verdiende geld (en dat was niet bijster veel) een bakje bij wortel…dinges.

Ik realiseerde me pas hoe schonkig mijn lieve bakje was toen ik het met een vriendin had over onze gedeelde liefde voor spullen met een imperfectie. Toen ik als voorbeeld mijn bakje liet zien, vertrok haar gezicht: “Nee, Marlous… Dat is gewoon lélijk hoor. Dat ziet er toch niet uit man!”

Zo zie je maar dat de definitie van imperfectie ook heel persoonlijk is.

Een tijdje geleden liep ik met Anne door de kringloop. (Wat trouwens – dat zal je misschien verbazen – bijster weinig voorkomt. Als we elkaar zien zijn we meestal aan het racen tegen de klok om al onze plannen te realiseren, voor de kringloop houden we nooit tijd over!) Anne zag het gekke theepotje het eerst en zei: “Aggossie.” En ik zei: “Ach. Dat is volgens mij echt huisvlijt.” En Anne zei: “Ach, en dat handvatje dat net niet helemaal goed zwart is geglazuurd.” En ik zei: “Wie drinkt er nu thee uit zo’n klein theepotje?” En Anne zei: “Dat is vast tijdens een of andere pottenbakcursus gemaakt.” We zetten hem weer terug. Om er steeds weer bij terug te keren.

En om hem natuurlijk uiteindelijk gewoon mee naar huis te nemen.

Ja, imperfectie is heel persoonlijk. Ik moet Anne hoognodig dat scheve bakje eens laten zien. Iets zegt me dat zij hem wel kan waarderen.

Iedere donderdag schrijf ik een gastblog op vtwonen.nl over vintage styling. Voor deze serie verzamelde ik in één middag een hele trits wit en een beetje vreemd keramiek. Het gekke theepotje (of is het een kannetje? Kan ook!) past er geweldig bij. Je kan al mijn blogposts over vintage styling op VT Wonen hier lezen.

(Ineens schiet het me te binnen! Het heette Wortel Productions. Klik maar eens hier, de BAHvogel is van mij!)

Een duizend-en-een-nacht-sprookje

Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Zodra je in Marokko uit het vliegtuig stapt, stap je regelrecht de wereld van duizend-en-een-nacht in. Het land ruikt naar sinaasappelen, kaneel, koriander. De lucht is warm en droog, de mensen kleurrijk tegen een achtergrond van aardetinten. In het verkeer heerst chaos. Bakkies, mini-taxi’s, ezeltjes, fietsers en personenauto’s wedijveren om een plek op de weg. Langs de weg praten oude mannen bij terwijl ze koffie drinken van dienblaadjes van armeluiszilver. De thee wordt van hoog opgeschonken, met bakken suiker erin. In de souks spreekt men een mengelmoes van talen uit alle windstreken: Arabisch, Frans, Engels én Nederlands. En dan vooral het woord ‘gratis’. Afdingen is een subtiel spel, waar beide partijen plezier aan beleven. Weglopen en weer terugkeren, tot de prijs naar wens is. Voor even vergeet je je Nederlandse afgepastheid. Loslaten en plezier hebben. Dat is alles wat moet.

Amanda’s hart werd ook gestolen door Marokko. Ze legde Marrakech analoog vast en maakte er haar favoriete foto van dit moment.
– Foto’s en tekst Amanda Drost. (Bekijk meer van Amanda’s werk op haar website, Facebook of Instagramaccount.)

Marrakech, de stad van Arabische schoonheden, paleizen, kleine straatjes, heerlijke geuren en gekleurde huisjes. Na jaren dromen over deze bestemming was het een aantal maanden geleden eindelijk zover.

We lopen onze riad binnen, terwijl de vogels ons verwelkomen met hun prachtige gezang. De riad is een oase van rust in de drukke stad. Tijd om deze unieke plek te ontdekken met al onze zintuigen. We verdwalen al snel in de kleine drukke straatjes en kijken onze ogen uit. Op de hectische marktjes wordt druk gehandeld, overal ruiken we de geur van vers fruit. Achter elk hoekje schuilt weer een nieuw paradijs. We wandelen door de mooiste botanische tuinen en wanen ons werkelijk in een andere wereld. We lunchen op een prachtig dakterras en laten ons masseren in een authentieke hammam. Deze stad bruist van de cultuur, waar eeuwenoude tradities worden afgewisseld met nieuwe. De medina is een unieke plek, vol verrassingen. Heerlijk eten en bijzondere ontmoetingen en dat op slechts een paar uur vliegen van Nederland.

Ondanks dat je niet direct ziet dat deze foto is genomen in Marrakesh, zegt hij voor alles voor mij. Het is een metafoor voor omhoog kijken en dromen, de tijd even stilzetten, voor eenvoudig leven, genieten van de kleine dingen. Samen zijn. De wind door je haren voelen met de zon op je gezicht.

Leef.

Marrakesh je hebt me betoverd.

Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
Fotografie - Amanda Drost - Oh Marie!
In haar foto’s maakt Amanda veelvuldig gebruik van kaderingen. Marrakech is, met haar bogen en doorkijkjes, bij uitstek een plek om dit te doen. Je kan dit echter ook toepassen in de interieurfotografie. We vertellen meer over kadering in onze volgende blogpost ‘fotografie voor dummies’.

Wil je alle dummyposts teruglezen? Dat kan!
Fotograferen met tegenlicht
Double exposure maken in Photoshop

Of blader de magazines zelf nog eens door!