Mijn vakantie in Frankrijk blijkt een bron van inspiratie. Ik vond er niet alleen een sprookjestheepot, maar ik schoot er ook bijna twee rolletjes vol met mijn analoge Minolta Dynax 500si Super, de camera die ik tegen wil en dank heb omhelst als mijn nieuwe analoge reisgenoot.
De oude Canon Tlb van mijn vader bleek te onbetrouwbaar geworden (en mijn frustratietolerantie te laag) om er nog analoog mee te fotograferen en, nou ja…hoe ik met dit kunststof jaren ’90 geval ben geëindigd moet je hier allemaal maar even lezen. Mijn Minolta is een beetje zoals een lelijk hondje: hij ziet er niet uit, maar toch ga je uiteindelijk veel van hem houden.
Maar, Frankrijk dus. Het was er prachtig weer en dat is op zich geweldig voor analoge foto’s, maar ook weer niet. Foto’s worden bij fel, hoog zonlicht snel te vlak naar mijn smaak en eigenlijk had ik meer aan de randen van de dag willen fotograferen, als het licht zacht is en de schaduwen minder contrastrijk. Maar ja, de randen van de dag worden in Frankrijk meestal gebruikt voor het eten van amandelcroissants of kaas en wijn, dus dat goede voornemen schoot er bij de eerste dag al in.
Midden op de dag fotograferen bij mooi weer heeft namelijk een nadeel. De ramen op de bovenste foto lagen bijvoorbeeld in de schaduw en je ziet hoe mooi verstrooit het licht op die foto is. Mooier dan bijvoorbeeld op de foto hier direct boven, of die van de kat onder de auto (wat luguberder klinkt dan het is – scroll met een gerust hart door), iets verderop. Hoewel ik analoog contrast prachtig vind, kan overdaad ook schaden. De hooglichten (uitgebeten, teruggekaatst zonlicht dat veelal op glanzende voorwerpen zichtbaar is) in genoemde foto’s zijn veel te fel, waardoor er veel details verloren gaan.
Ik weet wel dat dat hele niet-te-controleren-aspect nu juist de charme is van analoge fotografie. Maar zoals ik in mijn digitale fotografie ook altijd een soort van ontwikkeling wil doormaken, wil ik dat in analoge fotografie ook. Maar nu ik een heel nieuw toestel gebruik, merk ik dat ik echt weer aan zijn werking en beperkingen wennen moet. Maar goed, misschien ben ik wel gewoon een kniesoor, nu. En zó erg kan het ook niet zijn, want dan had ik deze post niet gemaakt.
Nou dan. Wat zeur je dan! Zucht. Vrouwen.
Frankrijk is namelijk wel een ontzettend dankbaar fotografie-object. Een beetje verlaten, een beetje versleten en met een heleboel plekken waar de tijd stil is blijven staan. Voor de Fransen zelf is die leegloop van het platteland niet bijzonder leuk natuurlijk, maar voor het maken van analoge foto’s is het fantastisch.
Mijn Minolta en ik gaan gewoon weer dapper met elkaar door. Ik bedoel, in Turner en Hooch is het uiteindelijk ook goed gekomen tussen de hoofdrolspeler en die onmogelijke, lelijke hond, dus ik heb goede hoop dat het ook tussen ons vanaf nu weer bergopwaarts gaat. (Als Minolta nog met me verder wil trouwens, nadat hij nu al tig keer voor lelijke hond is uitgemaakt…)
Meer analoge foto’s zien? Ik zette mijn favorieten op een rijtje:
Het allereerst rolletje dat ik met de Canon maakte
Amerika vastgelegd met mijn Holga
Zomerfoto’s van Denemarken en Zweden
Spookpretpark
Een beetje pathetisch
Winterblues – analoog Kopenhagen