Alarme générale

Fisherprice Emergency Services fleet
Ik weet niet of het universum me wat duidelijk wil maken, maar ik vind momenteel steeds hulpdiensten uit het Fisher Price wagenpark bij de kringloop. De brandweerwagen is helaas ooit in de klauwen van een sticker-peuterende kleuter terecht gekomen, dus de resten van wat er ooit aan stickers gezeten heeft heb ik met een lijmkrabber verwijderd (en tjonge, die stickers plakten ouderwetsch degelijk, daar zal die peuter een flinke kluif aan hebben gehad). Ik broed nog op een oplossing voor de sticker op de voorkant, overigens.
Nee, dan dit wagenpark. Het is gekmakend mooi. Waarschijnlijk mochten kindjes alleen maar naar deze wagens kijken, of er alleen met handschoentjes aan mee spelen. Of waren ze van het soort kindjes zoals ik, dat sommig speelgoed zó mooi vond, dat ze er alleen maar naar keek. Daar hebben psychologen vast een heleboel theorieën over, maar laten we het gezellig houden en die beerput dicht laten. ;-)

No idea if the universe wants to tell me something, but recently I found two items of the emergency service fleet of Fisher Price. The fire-engine unfortunately got in the claws of a sticker picking toddler once, so I had to remove what was left of those stickers with one of those scraping tools from my Love’s toolbox (and djeez, those stickers were made to never let go anymore, it took that toddler probably a lot of effort to damage them). I’m not sure what to do with the one on the front of the car though.
Not to mention this insanely beautiful fleet. What kind of kids played with these? Kids with gloves on? Or kids like me, that had the opinion that some toys were just too beautiful to play with and therefore displayed them in their room to swoon over? Psychologists probably have an explanation for that behaviour too, but let’s not open that cesspit shall we? ;-)

A room with a view

Computerroom - Planet Fur

De kamer waar ik werk begint nu pas naar mijn zin te raken. Linksboven de Flowerpot van Verner Panton die ik met vette korting bij de Bijenkorf kocht tijdens de kerstuitverkoop. Rechts het kastje dat we in Antwerpen vonden. Het risico van leuke kastjes is natuurlijk dat je daardoor ook weer meer zooi kan herbergen, maar deze konden we niet laten staan en mocht dus bij uitzondering mee. Hieronder het perspex rek uit de inventaris van een winkel in Utrecht. Ze gingen verhuizen en al het winkelmeubilair moest weg. Ik ben gek op dat soort toevallige vondsten. Het herbergt nu mijn mooiste kokeshi’s en mijn groeiende plastic ijsjescollectie.

The room where I work every day is starting to look the way I want it to look. On the top left the Flowerpot by Verner Panton I bought for a ridiculously low price at a Christmas sale. At the right the steel kitchen cabinet we took home from our trip to Antwerp. The risk of having too many cabinets in the home is of course that you create space to accommodate more stuff, but this one was too pretty and cheap to not buy it. Below the perspex rack I found at a shop that sold its whole inventory. I love accidental finds like that. It now withholds my favourite kokeshi and my growing collection of plastic icecream cones.

Computerroom - Planet Fur

Tied

Tied

Vroeger kende ik een jongen die een soort ontwikkelachterstand had en daarom een lidmaatschap had op de Speel-o-theek: een plek waar je het meest fantastische speelgoed kon lenen waar ook een specifieke didactische gedachte achter zat. De Speel-o-theek was gevestigd in een scharrig pandje, waar ook protheses verkocht werden. Het was wel duidelijk: de Speel-o-theek was de prothese afdeling voor kinderen met een stempeltje. Ik ben één keer in dat pand geweest en wist één ding zeker: ik wilde ook een stempeltje. Als kind was je immers snel uitgekeken op je eigen speelgoed en de gedachte dat je op gezette tijden je speelgoed mocht inruilen voor nieuw speelgoed, was een droom die waarheid werd. Geen idee of het hele concept nog bestaat (het lijkt me iets dat direct is wegbezuinigd zodra Den Haag de kans kreeg), maar ik moet nog weleens denken aan die Speel-o-theek.

Bij de kringloop kwam ik deze schoen tegen. Je kan er, simpelweg, veters mee leren strikken. Ik vind het een typisch gevalletje van Speel-o-theek, want waarom zou je geen strikken kunnen leren maken op je eigen schoenen? Of, als je nog klittenband hebt, op de schoenen van je vader/moeder/broers/zussen? Wat de didactische gedachte achter deze schoen ook is, ik vind hem een hoge esthetische waarde hebben. Heb ik, na al die jaren, toch nog een beetje Speel-o-theek in mijn leven gekregen.

When I was young, I knew this boy who had some kind of a learning disability and therefore had a subscription for the Speel-o-theek: a place where you could hire toys that had a specific didactic purpose as well. The Speel-o-theek was based in a shabby building together with a shop where prosthesis were sold. Apparantly, back then the Speel-o-theek was the prosthesis shop for children ‘with a label’. I visited the Speel-o-theek once when I was little and knew one thing for certain: I wanted to be a child with a label too. After all, as a child you were easily bored with your own toys and the thought of exchanging them every now and then for new ones sounded like a child’s dream come true. I have no idea if the whole concept of Speel-o-theek still exists (it sounds like one of those projects that’s been cancelled as soon as the Dutch government needed to cut budgets), but once in a while I still think about it.

Recently I found this shoe at a second hand store. It’s probably designed to learn children how to lace their shoes and I think it’s a typical case of Speel-o-theek. Because why not just learn how to tie your shoes on your own shoes, or, in case you have Velcro’s, on your dad’s, mum’s, brother’s or sister’s shoes? Whatever didactic thought there was behind this wooden one, I just think it has a great aesthetic value. And on top of that, after all those years, I finally have that piece of Speel-o-theek in my life.

My own urban vase legend

Thrift loot Antwerp

Afgelopen weekend ben ik weer eens ouderwets, Macklemore stijl tekeer gegaan in de kringloop. (Als je dat nummer nog niet kent, kijk dan hier de clip. Hysterisch grappig.) Eén van de vele redenen waarom ik van winkels met rommel hou is wanneer ik er iets vind wat op mijn verlanglijstje staat, zeker als het daar al een decennium staat. De witte vaas zat ooit in de collectie van de Hema, het is een ontwerp uit één van hun design wedstrijden. Ik heb er zelfs een knipsel van in mijn knipsels database (ja mensen, ik heb een echt papieren-knipsels bestand, mijn eigen analoge Pinterest, zogezegd). Zelfs dat knipsel is oud. Zo oud, dat ik op een gegeven moment ben gaan denken dat die hele vaas gewoon imaginair was, ook omdat ik er nooit één in het echt zag. Ik had zowaar mijn echte eigen urban vaas legend.

Tot ik dus naar Antwerpen ging en er dit exemplaar vond (in België, for crying out loud). Het is niet bepaald in nieuwstaat, de vorige, niet zo pientere eigenaar, verfde hem. Wit. Maar hij was al wit.
Waarom ik ‘m zo gaaf vind? Door dat extra bloemenhoudertje bovenaan. Ontworpen voor afgebroken stengels. Geniaal. Oo, deze vaas gaat zoveel liefde krijgen.

Verder vonden we een prachtig, stalen keukenkastje voor maar 8 euro in perfect mintgroen, nog een bloempot (je hoeft niet echt meer te raden wat momenteel mijn favoriete kleur is) en een snoepjes-achtige asbak. Niet dat ik rook verder. En shit man, het was bij elkaar maar 15 euro!

I’ve been poppin’ some serious tags in Antwerp last weekend, Macklemore style. (If you don’t know what that means, watch this clip. It’s hysterical.) One of the many things I love about thrifting is when I find something that’s on my wishlist, especially if it’s been there for a decade. The white vase on these pictures was once in Hema’s collection, it’s actually a winning design from their annual design competition. I have a clipping of it in my images database (yes people, I own an actual paper-clippings database, my own analoge Pinterest so to speak). That clipping is so old, at one point I began to think the vase never existed, especially since I had never came across a real one in my life. I created my own urban vase legend.

Until I went to Antwerp last weekend. And found one there (in Belgium for crying out loud). It’s not in mint condition or something, its former dumb ass owner painted it. White. Even though it was white already. Why I love it so much? I think that extra holder (for broken stems) is genius. Oo this vase is going to get so much love.

Futhermore, we bought a beautiful steel kitchen cabinet for just 8 euros in a beautiful mint colour, another flower pot (can you guess what my current favourite colour is?) and a beautiful candy-shaped ashtray. And shit, it was only 15 euros!

Thrift loot Antwerp

Nog een juweel om te delen, tot slot. We ontdekten een heel nieuw, super leuk adres in Antwerpen voor ontbijt, lunch, gebak en de heerlijkste Chai Latte die je ooit gedronken hebt. Het heet Tinsel (Vlaamse Kaai 40). De inrichting is heel fijn, net als hun huisstijl. (Als je nog wat meer overtuiging nodig hebt, kijk dan even bij mijn Instagram feed ;-))!

One gem to share with you before I go. We discovered a new, sparkin’ new coffee address in Antwerp and it’s called Tinsel (they’re at Vlaamse Kaai 40). It’s the place to be for breakfast, lunch, sweets or the most delicous Chai Latte you’ll ever come across with. On top of that, the place itself is gorgeous, as well as their branding. (Check my Instagram feed if you need to be convinced ;-))!
Tinsel Antwerp

Le Petit Nicolas

Petit Nicolas

Petit Nicolas

“…Over Alfons, die je niet zo vaak een klap kunt geven als je wel zou willen omdat hij een bril draagt…”

Ik leerde Le Petit Nicolas of De Kleine Nicolaas kennen op het voortgezet onderwijs, tijdens de lessen Frans. De avonturen – beleefd door de ogen van lagereschooljongen Nicolaas – zijn hilarisch, de tekeningen zo mogelijk nóg grappiger (alleen al het gezicht van het jongetje in bed op de onderste foto). De illustraties van Sempé, worden nog krachtiger doordat ze vaak geheel los op één pagina worden afgedrukt. (Sempé illustreerde overigens ook regelmatig voor The New Yorker.) De schrijver is Goscinny, die sommigen misschien weer kennen van de stripboeken Astérix. De stijl van de verhalen doet me denken aan die van Annie M.G. Schmidt en Roald Dahl: ze zijn voor kinderen leuk (de volwassenen in de verhalen worden niet gespaard), maar de onderliggende humor wordt juist vooral door volwassenen begrepen. Ik vond dit deel (waar kan het ook anders) bij de kringloop, geen idee of ze nog uitgegeven worden. Mocht je er een zien staan, meenemen, voorlezen of zelf lezen!

“…About Alfons, who you couldn’t slap as many times as you want because he wears glasses…”

I learned about Le Petit Nicolas or Little Nicholas at high school, during our French lessons. The adventures – told in the first person by schoolboy Nicholas himself – are hysterical, not to mention the illustrations made by Sempé (I mean, you only need to look at the face of the boy in bed at the last picture, it’s so funny). By often just placing one tiny drawing in the corner of a blank page, Sempé’s illustrations become even more powerful. (Some people might also know him from his work for The New Yorker, by the way.) Writer of the stories is Goscinny, the man behind the Astérix cartoons. The style of story-telling reminds me of Annie M.G. Schmidt or Roald Dahl: it’s great for children (adults are often target of the book’s humour), but there’s a hidden layer of humour throughout the book that appeals to adults as well. I found this book at a thriftshop (where else?), no idea if they’re published still. If you stumble upon one in a second hand store, do take it home and read it with your children or just to have a laugh yourself!

Petit Nicolas

Petit Nicolas