Eilanderleven. Oftewel: rooksignaal vanaf een virtuele tuinstoel.

print - anne van midden - oh marie tribeIk ben een eilander.
Letterlijk slechts half: mijn vader komt van een pittoresk Moluks eiland, mijn moeder gewoon uit de Hollandse klei. Maar figuurlijk helemaal, met huid en haar, met heel mijn hebben en houden. Ik bewoon namelijk, in het dagelijks leven, een eilandje. Een heel kleintje weliswaar, middenin de stad, maar toch – een eiland is het.

Jij woont waarschijnlijk ook op een eiland – maar daar kom ik zometeen op terug.

Eerst nog even over míjn eiland.

Mijn eiland biedt ruimte aan vier personen – precies de grootte van mijn gezin.
Het is geen stationair gebeuren – mijn eiland drijft rond. Soms lijkt mijn eiland zo’n op topsnelheid ronddraaiend wildwaterbaanbootje, dat ongecontroleerd tegen andere eilandjes opbotst. Soms sputtert het, tegen wil en dank, moeizaam voort – maar het is hoe dan ook in beweging.

Vroeger vond ik het moeilijk, dat eilanderleven.

Ik ben opgegroeid in een kleine stad, mijn ouders woonden vlakbij hun familie, in mijn jeugd speelde ik bijna elk weekend wel met neefjes, nichtjes of de kinderen van mijn ouders’ vrienden. Zij zaten op verjaardagen in de kring, op witte tuinstoelen, tevreden verzameld rond de Multivlaai en de leverworst, terwijl wij buiten of boven speelden.

In de vakanties logeerde ik wekenlang bij tantes en ooms – en hun kinderen op hun beurt wekenlang bij ons. Natuurlijk was ieder gezin net even anders, maar over het geheel genomen was alles redelijk hetzelfde; mijn leven paste naadloos in hun leven. En vice versa.
Wij waren, onuitgesproken en onlosmakelijk, lid van een clan.
Een behoudende clan, die de dingen al generatieslang min of meer hetzelfde deed.

Op mijn achttiende werd alles anders.

Terwijl mijn nichtjes hun eikenhouten slaapkamerameublementen bij elkaar spaarden en huwbare jongens daten, koos ik voor een leven aan de andere kant van het land. Een leven dat zo ànders was, in alle opzichten, dat mijn clan zich er niet zoveel bij voor kon stellen.
Ikzelf trouwens ook niet: doodziek van heimwee reisde ik drie keer per week op en neer naar mijn veilige moederland. Maar eenmaal terug op de witte tuinstoelen begon het te kriebelen, en vertrok ik, met mijn schone was onder mijn arm, weer naar mijn kersverse eilandje.

Losgezongen van mijn clan moest ik opnieuw vaste grond onder mijn voeten vinden.

Dat was soms best eenzaam.

In het begin dobberde mijn kleine eilandje rond in een volstrekt uitgestorven oceaan.
Waar ik ook keek; nergens was land in zicht. Niemand die voordeed hoe dat nou moest, dat zelfstandige leven. Geen duidelijke regels, geen heldere richtlijnen, niet de structuur van generatieslang overgeleverde ervaringen om uit te putten, geen nieuw moederland om op af te koersen.

Tot ik begreep dat ik helemaal niet op zoek was naar een nieuw moederland.

Dat het eilanderleven mij eigenlijk heel goed beviel. Toen dat besef er eenmaal was, kon het beginnen.
Mijn eiland groeide en bloeide. Ik ging minder vaak naar mijn moederland. Ik ontmoette daardoor meer andere eilanders. Ik kwam zelfs een eilander tegen die overstapte, en waarmee ik ons eiland uitbouwde tot de vierkoppige eenheid die het nu is.

Volgens mij ben jij ook een eilander. En stiekem vormen wij eilanders natuurlijk ook een clan.

Want we zijn met veel – en onze eilandjes zijn allemaal in beweging.
Sommige dobberen een eindje mee, anderen wervelen voorbij, weer anderen sturen regenbogen en rooksignalen – of nou ja: de moderne variant ervan.

Eigenlijk zitten wij eilanders 24/7 in een knusse kring – maar dan wel op virtuele witte tuinstoelen.

Discussiëren doen we op Facebook – over grappige kattenfilmpjes, maar net zo makkelijk over feminisme.
Van elkaar leren doen we via blogs: de één laat zien hoe je een huis leuk en betaalbaar inricht, een volgende legt uit hoe zij haar kinderen opvoedt en een derde deelt de meest geweldige carrière-tips.
Via Twitter en Instagram blijven we op de hoogte van eerste stapjes, tandjes, schooldagen en puber-uitbarstingen en met Meerkat lopen we gewoon letterlijk een eindje met elkaar mee – terwijl we ieder op ons eilandje, desnoods aan de andere kant van de wereld, dobberen, knagend aan een plakje leverworst.

Al met al bevalt dit eilanderleven me wel.

Mijn nieuwe clan is overzichtelijk klein, en tegelijkertijd eindeloos groot.
Heel soms verlang ik terug naar de veiligheid van vaste grond onder mijn voeten, maar meestal gedij ik goed in alle reuring. En als het me te druk wordt tussen al die regenbogen en rooksignalen zet ik gewoon mijn WiFi uit – en wég is het gros.

Zelf een iglo haken

Haakpatroon iglo - Oh Marie!
Ook al zullen sommige mensen het huidige weer niet direct aanmerken als ‘behaaglijk’, een iglo gaat echt niet standhouden nu. Eigenlijk nooit, in ons land. Daarom bedacht ik (oké, met een heleboel hulp van mijn eigen moeder, haakexpert) een haakpatroon voor een iglo. Kan je alsnog je eigen iglo bouwen, alleen dan lekker bij de centrale verwarming. Of, als we de weersvoorspellingen moeten geloven, aan het eind van deze week onder de appelboom achterin je tuin.

Wat heb je nodig?

Karton, diameter ongeveer 10 cm, voor de basis van de iglo
Karton, 2,5 cm, voor de tunnel van de iglo
Wit katoen en een klein beetje rood (bijvoorbeeld van Catania)
Haaknaald 2,5 (of 3) afhankelijk van gewenste manier van haken (vast of los)
Vulmateriaal, borduurgaren, borduurnaald en een dun ijzerdraadje voor de vlag.

Iglo
2 l. (of magische lus)
Toer 1. 6 vasten
2. 2 v. in elke v. (= 12 v.)
3. 2 v. in elke 2e v. (18 v.)
4. 6x ( 1 v, 2 v. in volgende v, 1 v.) (24 v.)
5. 2 v. in elke 4e v. (30 v.)
6. 6x (2 v, 2 v. in volgende v, 2 v.) (36 v.)
7. 2 v. in elke 6e (42 v.)
8. 6x (3 v, 2 v. in volgende v, 3 v.) (48 v.)
9. 2 v. in elke 6e v. (56 v.)
10. 8x (3 v, 2 v. in volgende v, 3v) (64 v.)
11. 2 v. in elke 8e v. (72 v.)
12. 2 v. in elke 9e v. (80 v.)
13. 80 v. haken alleen in achterste lus
Maak een kartonnen cirkel op maat.
14. 9e en 10e v. samenhaken (72 v.)
15. 72 v.
16. 8e en 9e samenhaken (64 v.)
17. 64 v.
18. 64 v.
Karton op bodem leggen
19. 7e en 8e samenhaken (56 v.)
20. 56 v.
21. 56 v.
22. 56 v.
23. 7e en 8e samenhaken (49 v.)
24. 49 v.
25. 49 v.
26. 49 v.
27. 49 v.
28. 6e en 7e samenhaken (42 v.)
29. 6e en 7e samenhaken (36 v.)
Opvullen
30. 5e en 6e samenhaken (30 v.)
31. 5e en 6e samenhaken (25 v.)
32. 4e en 5e samenhaken (20 v.)
33. 4e en 5e samenhaken (16 v.)
Opvullen
35. 2 aan 2 samenhaken = 8 v.
Afhechten, draad door 8 steken halen en draad wegsteken.

Tunnel
8 lossen
Keren 7 v.
24 toeren, 1 l, 7 v. heen en weer
Dubbelvouwen, karton ertussen en omhaken met v.

Haakpatroon iglo - Oh Marie!
Gebruik de overgebleven draden (waarmee je het vierkantje voor de tunnel maakte) om de tunnel aan de iglo te bevestigen.

Haakpatroon iglo - Oh Marie!
Neem een lang stuk zwart borduurgaren, splits twee draden en hecht aan. Naai nu, rondom, de ‘voegen’ van de iglo door middel van een stiksteek. Als je beide naden genaaid hebt, naai dan de haakse voegen voor het steen-effect.

Vlag
5 l.
Keren met 1 l. 4 v.
Keren met 1 l. 3 v.
Keren met 1 l. 2 v.
Keren met 1 l. 1 v.
Afhechten

Rijg de vlag aan het stukje ijzerdraad en steek door het ‘dak’ van de iglo. Je kan ook een satéprikker gebruiken of de vlag van een stukje vilt maken.

Haakpatroon iglo - Oh Marie!

Lelijke vlijt is verleden tijd

We hebben veel te danken aan onze handwerkende voorouders. Jawel. Veel van wat er op onze Pinterestborden staat, is geënt op wat er in de vorige eeuw in elkaar geknipt, gelijmd, geborduurd, gemacrameed of gefantaseerd werd.

Vroegâh, toen de lucht nog schoon was en de sex nog vies, werden handwerkboeken veelal voor 50% uitgevoerd in zwart-wit. Je kan me een zeurpiet noemen, maar om de verschillende effecten van een wandkleed in verschillende kleuren in een interieursetting in zwart-wit af te drukken vind ik vooral aandoenlijk en niet leerzaam.

Ach, “je wist niet beter” zou mijn moeder zeggen.

‘Grenzeloos’ is ook een woord dat in me opkomt als ik door vintage handwerkboeken blader. Een dekenkist in boerenschilderkunst kan een grappig accent in je woonkamer zijn. Maar in het handwerkboek uit 1977 over voormelde schilderkunst hulde men hele (woon)kamers in hetzelfde woeste bloemdessin. Best een visuele uitdaging lijkt me, om in zo’n kamer te verblijven. Zéker als je je bedenkt dat de oogheelkunde toen nog niet zo ver ontwikkeld was als nu. Kom maar door met die Donald Duck oog-afplakpleisters.

Achter al die mooie, aandoenlijke, knullige, kneuterige en idiote handvaardigheidsideeën zit een verhaal. Niet het ware verhaal, maar het verhaal dat ik erbij verzin. Daarom vandaag het slechtste uit onze persoonlijke wandkleden-, weef- en andere tribe-y handvaardigheidsboekencollectie.

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!

Vrije tijd blije tijd – Noëlle Lavaivre
Grote schrijvers dragen hun boek op aan hun geliefden. Knutselboekenschrijvers in 1973 aan “het gereedschap, dat vorm geeft aan onze dromen.” Dit is op zichzelf al zo grappig, dat uw recensent er lui van zou worden. Want wat moet je nog, als de schrijver van een boek het grappenwerk zelf heeft geregeld?

‘Vrije tijd blije tijd’ leert ons gezonde kettingen van sperziebonen, erwten en ‘mooie verse radijzen’ te maken (om met Hans Teeuwen te spreken: ik geef zelf de voorkeur aan radijzen waar Jan en alleman al van geknaagd heeft). Daarbij: als ik mijn ketting wil opeten, koop ik wel een snoepketting bij Jamin. Op de daaropvolgende sugarrush kan ik dan meteen 10 blogposts typen. In de jaren ’70 waren ze duidelijk nog niet op de hoogte van het concept win-win situatie.

Wandkleden maken – Henriette Beukers
Stel je voor: het is de zomer van 1973. Henriette Beukers zit met mijnheer Beukers aan het avondeten. Henriette heeft bami gemaakt, wat nog een hele toer is in de jaren ’70. Mie nestjes werden namelijk niet voor 1980 geïntroduceerd in Nederland. Mijnheer Beukers is in een slechte bui en knort dat de bami niet lekker smaakt. Om een lang verhaal kort te maken: in de daaropvolgende ruzie eindigt er een bord bami tegen de keukenmuur. “Hmmm”, denkt Henriette, terwijl ze naar de bruine puinhoop kijkt. “Dit is interessant. Die vormen, dat kleurenspel…..ik ben geïnspireerd voor een nieuw wandkleed voor mijn boek.”

Want zo ziet dit wandkleed eruit, lieve lezers. Als een bord bami dat tegen de muur is gekwakt. Ik mag hopen dat mijnheer en mevrouw Beukers na dit fiasco aan goedmaaksex hebben gedaan. Is deze bamivlek van een wandkleed toch nog ergens goed voor geweest.

Wil je weten of het huwelijk-Beukers heeft stand gehouden? Lees dan gauw verder…!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!

Handwerken zonder grenzen – Henriette Beukers
Want wat een ontzettend leuk toeval is dit: dit boek kwam niet alleen onder de bezielende leiding van Henriette Beukers tot stand, de fotografie, tekeningen en vormgeving komen voor rekening van niemand minder dan Henk Beukers. Aangezien het boek in 1978 verscheen, mogen we ervan uitgaan dat het huwelijk van de heer en mevrouw Beukers het bami-incident heeft overleefd. Ach, wat hou ik toch van een gelukkig einde. (Tenzij Henk Henriettes tweede huwelijk was. We zullen het nooit weten. Tenzij de erven Beukers deze blogpost tegenkomen, natuurlijk.)

‘Handwerken zonder grenzen’ heet dit boek. En blijkbaar gaat die grenzeloosheid ook op voor esthetiek. Tenzij je het altijd al geambieerd hebt om, vers van de zonnebank, te trouwen in een gebreide witte Holly Hobby jurk met detective hoed. Dan is niet alleen je gevoel voor humor grenzeloos, maar dan is dit boek ook zeker iets voor jou!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Weef met plezier – Tonny Schutten
Heb je de hele dag bloedig zitten weven, vreten de muizen ’s nachts je weefwerk aan. En lopen ze ook nog het halve bos naar binnen. Moet je én opnieuw beginnen én stofzuigen. Ben je driedubbel de sigaar, want die stofzuigers uit de jaren ’70 hadden heus niet de zuigkracht die die dingen nu hebben.

En, nu we onszelf toch dit soort levensvragen aan het stellen zijn: wat doet die doodenge geweefde kabouter op de cover van het boek? En is het wel een kabouter? Of is het een doodshoofd? Een Rorschach vlek is er niets bij!

Lelijke vlijt is verleden tijd - Oh Marie!
Zelf bezig met wol

En ik maar denken dat ik tuinkabouters eng vond. Daarin vergiste ik me deerlijk. Weet je namelijk wat pas écht eng is? Een kind in mini-medicijnmannen-kostuum. Nee, dríe kinderen in medicijnmannenkostuum. Met plastic laboratorium hoesjes om hun voeten voor extra heftig schrikeffect. Is je kind klaar met zijn medicijnmannen-masker? Dan heb ik nog wel zeven kleuren schijt waar hij misschien wat mee kan.

Zelf aan de slag? Alle werkbeschrijvingen zijn op te vragen bij Oh Marie! (Maar vraag je wel af waar je in hemelsnaam mee bezig bent, mocht je het serieus overwegen. Alhoewel…voor we het weten is het weer Halloween!)

Deeply Dippy wandkleed

DIY dip dye wandkleed - Oh Marie!
Met deze dip dye DIY maak je met textielverf, maar zonder knoeipartijen, grote emmers of uitspoeltoestanden, een supersnel wandkleed.

Je blijft helemáal gegarandeerd vlekvrij als je rubber handschoenen gebruikt als je met de textielverf aan de gang gaat. Ik was eigenwijs en heb er twee dagen bij gelopen als een crimineel bij wie de inktbeveiliging op het gestolen geld was ontploft. Die blauwe inkthanden waren dan wel weer stof voor leuke gesprekjes bij de supermarkt. Nog een geluk dat ik het niet aan mijn gezicht heb gesmeerd.

Maar geen druppels en geen vlekken dus, behalve op je wandkleed (en daar wil je ze ook hebben).

Wat je nodig hebt:
(Ongebleekt) katoen of linnen
Dyson textielverf (zakje van 250 gram, ik gebruikte de kleur Navy Blue)
Kwast
Bakje water
Rubber handschoenen
Afneembaar tafelzeil

DIY dip dye wandkleed - Oh Marie!
De textielverf kan een beetje door de stof heen drukken dus dek je werkblad af met tafelzeil.

Scheur of knip allereerst een stuk stof af. Het stuk stof op de foto’s is ongeveer 1 x 1,5 meter groot. Ik heb het niet omgezoomd, voor een mooi ruw effect.

Was de stof en knijp het uit. Het moet niet droog zijn, maar ook niet kleddernat. Je kan het eventueel kort centrifugeren.

Maak de verf klaar. Mix de verf uit het zakje met een beetje water (volg voor de juiste verhouding water/verf de aanwijzingen op de verpakking).

Zet Deeply Dippy van Right Said Fred aan, voor de juiste arbeidsvitaminen.

Spreid de stof uit op je werkblad. Dip nu voorzichtig de kwast in het bakje met verf en druppel de verf voorzichtig boven de stof uit. Je krijgt nu een spateffect. Let op: de verf loopt uit omdat de stof nat is. De vlekken worden dus groter dan ze in eerste instantie zijn. Herhaal dit net zo lang tot je tevreden bent met de compositie. Je kan ook verschillende kleuren door elkaar heen gebruiken.

Laat de stof drogen.

En dan nog even dit: lap alle regels die op het pakje staan aan je laars. (Meteen ook mijn levensles van vandaag.) Ik voegde geen zout toe en hing hem in de zon te drogen. Het is niet je lievelingsspijkerbroek die je verft, immers!

DIY dip dye wandkleed - Oh Marie!

“Ik droom ervan ons huis te veranderen in een bewoonbare jungle”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
We mochten binnenkijken bij Nikki, onze droomnomade uit onze recente stylingshoot. We spraken haar over haar bohemian interieur, over op de grond slapen, haar kringloopschatten en probeerden en passant haar lieve knuffel Yoko te aaien..wat om de drommel nog niet meeviel.

Samen met man Pablo en poes Yoko woont Nikki in het hartje van Utrecht, in een knus appartement onder de Dom. De ontwerpster en haar man woonden eerst in een donkere werfkelder en zijn nu meer dan blij met de ruimte en het licht van dit appartement. Nikki: “De werfkelder was donker en alle muren waren rond. Nu heeft ons huis grote ramen, maar belangrijker nog, alle muren zijn recht! Ik kan eindelijk ons huis inrichten zoals ik het wil.”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Seventies vibe

Het originele interieur bestaat uit vintage en tweedehands meubels, aangevuld met eigentijdse accessoires. “We laten ons vaak inspireren door de jaren ’60 en ’70. Qua muziek, kledingstijl en mindset.” Niet zo gek dus, dat het huis ook een seventies vibe met zich meebrengt. “Ik houd heel erg van houten vintage meubilair. Dat wissel ik wel af met moderne spulletjes, anders doet het al snel oubollig aan. Ik vind het vooral leuk om te fantaseren waar onze meubels eerder hebben gestaan. Wat hebben ze al meegemaakt? Omdat ze vroeger zijn gemaakt, zijn het nu unieke meubels. Maar ik heb ook het idee dat er toen met veel meer zorg en oog voor detail werd gewerkt. Hierdoor hebben we echt originele items, die je niet snel bij iemand anders in de kamer ziet staan.”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Slapen op de grond

Nikki speurt regelmatig tweedehandszaken af naar unieke items. Zo had ze al een tijdje een rotan stoel op haar lijstje staan. “Mijn pinterestbord stond er vol mee, maar vaak waren ze veel te duur. Uiteindelijk vond ik hem na lang zoeken bij een kringloopwinkel, voor maar €7! Maar soms beslis ik juist iets veel te snel. Zo heb ik ruim een half jaar geleden ons bed verkocht, omdat ik ‘m niet meer leuk vond. Maar ik wist helemaal nog niet waarmee ik het bed wilde vervangen. Nu slapen we al die tijd al op onze matrassen op de grond. Oeps!” Het interieur wordt eigen door de unieke vondsten, maar ook door items die hun persoonlijkheid uitstralen of herinneringen met zich meedragen. “Pablo werkt als muzikant. Het huis is dus gevuld met platen en allerlei muziekinstrumenten. Daarnaast heb ik ook twee rekjes van mijn opa, die hij zelf heeft gemaakt. Nu dient eentje als schoenenrek en de ander staat in de keuken met het koffiezetapparaat er op. Het is een mooie herinnering aan mijn opa.”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Planten sparen
Het eerste huis was zo donker dat geen plant in leven bleef. Gelukkig is dit appartement veel lichter, zodat Nikki eindelijk haar huis kan vullen met groen. “Sinds we hier wonen, heb ik denk ik elke week wel een plantje gekocht, omdat ze hier wel blijven leven. Ik droom ervan om ons huis langzamerhand te veranderen in een bewoonbare jungle. Ik blijf dus planten sparen! Daarnaast hebben we een heerlijk dakterras, waarvoor ik allerlei plannen heb. Ik wil bijvoorbeeld graag een moestuin aanleggen. Groente en fruit uit eigen tuin, hoe leuk is dat?”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Een museum in huis

Voor haar werk ontwerpt Nikki regelmatig kleding voor muzikanten en stylet ze fotoshoots. “Om bij te komen van mijn drukke leven, ben ik begonnen met weven. Op die manier kom ik weer helemaal tot rust. Daarnaast houden we erg van reizen. Voor 2016 staan de Verenigde Staten op de planning. Het lijkt me heerlijk om van alle reizen leuke spullen en souvenirs mee te nemen. Zo wordt ons huis een klein museum van ons leven. Ja, wij zitten hier echt helemaal op onze plek!”

Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Binnenkijken: bohemian interieur van Nikki - Oh Marie!
Fotografie: Marlous Snijder, Oh Marie!
Tekst: Marije Hellenthal
Met dank aan Nikki van de Poel, Satellite June