Zomerherinnering van Anne van Midden
Als je in 1986 bent geboren en wordt gevraagd om een jaren ’80 zomerherinnering te schrijven wordt dat toch wel een beetje ingewikkeld. Dus werd het voor Oh Marie’s Anne een vroege jaren ’90 herinnering. Nou vooruit, maar alleen omdat er een zitkuil, gifgroen badpak en retro vouwwagen bij betrokken zijn. Wij zijn de moeilijkste niet (schreef zij zelf). Over het algemeen is de wereld voor kinderen klein en redelijk onschuldig. Voor Anne was de wereld groot, het zwembad te klein en waren boze buurmannen haar te slim af. Gelukkig is het allemaal goed gekomen met het meisje in het groen.
De wereld in een verzopen zitkuil
Tekst en foto’s – Anne van Midden
Met een lijst aan gave landen waar ik als kind mijn zomers heb doorgebracht is het moeilijk één favoriet te kiezen. Mijn ouders waren (goddank) met geen brandende fakkels en hooivorken op een ‘all-in’ camping of resort te krijgen. En dus werd het wildkamperen in Noorwegen en Zweden, wandelen in de Franse bergen, rondtrekken op Corsica, schelpjes zoeken in Cornwall, de ruïnes van King Arthur bezoeken en dammen bouwen in kleine riviertjes in Wales. Stuk voor stuk goede herinneringen, onvergetelijke avonturen en prachtige foto’s om naar terug te kijken.*
Toch is zijn mijn ultieme jaren ’90 zomerherinneringen gebonden aan de minst exotische plekken. De steeg. Het grasveld om de hoek. De straat. Onze achtertuin. Thuis.
Samen met mijn broer en zusje beleefde ik de grootste avonturen in deze kleine wereld. Mijn zusje was ‘de Duitsers’ terwijl mijn broer en ik ondergedoken zaten tussen de campingspullen op zolder (zij wist van niets). We speelden in onze twijfelachtige boomhut (2 planken en een Ajax poster) in het gemeenteplantsoen. We renden de hele buurt door, op vlucht voor de boze buurman. Klinkt nogal creepy, maar na eindeloos belletje lellen snap ik het achteraf gezien wel. Hij was overigens een stuk slimmer dan we dachten en wachtte ons aan het eind van de steeg op. Wij kwamen net trots om de hoek, blij dat we hem afgeschud hadden.. Springt hij opeens achter de heg vandaan: “Nu heb ik jullie!” Oeps.
Gelukkig voor de buurman speelden we ook vaak genoeg braaf in de tuin. Knikkeren, springtouwen, rolschaatsen (al ging dat mij niet al te best af), stoepkrijten en lieveheersbeestjes zoeken tussen de bamboebladeren. Als het echt goed warm was kwam het zwembadje naar buiten. Voor mijn gevoel duurde het úúúúúren voordat de tuinslang eindelijk een respectabel laagje water had geproduceerd. Ondertussen liepen mijn ouders heen en weer met emmers warm water, om het ijskoude te compenseren. Om de wachttijd door te komen haalden wij vast al het plastic speelgoed naar buiten, trok ik mijn gifgroene gesmokte badpak (stylist in de dop) aan en probeerden we elkaar met het koude water nat te spetteren.
Behalve de lange wachttijd zaten er nog wel meer nadelen aan dit, verder natuurlijk idyllische, tafereel:
- Het plastic oranje zwembadje was zelfs voor ons kleine guppen niet bepaald groot, als broer- en zuslief er niet in zaten kon ik er net languit in liggen. Maar de luxe momenten dat je iets voor jezelf had in een gezin met 3 kinderen waren helaas zeldzaam.
- Het water was vrij vlug afgekoeld en al snel zaten we met bibberende beentjes te spelen. Gewoon volhouden, want anders halen ze het badje weer weg. Omdat we niet elke dag úúúúúren wilde wachten tot het badje ‘vol’ was (en omdat het je reinste waterverspilling is) bleef het water staan voor de volgende dag. Probeer na een gemiddelde Nederlandse zomernacht maar eens met een stalen gezicht te gaan zitten en te zeggen “nee hoor, het is niet koud, dit kan prima”. Brrrr.
- Die 70s zitkuil in de tuin was een briljant ontwerp van mijn moeder, want: bankjes en speelruimte in één. Maar de grote tegels waren nou niet echt een goede landingsbaan voor een sprong in het zwembadje. En alhoewel we geen duik namen (zo dom waren we ook weer niet) hebben we er behoorlijk wat schaafwonden aan overgehouden.
- Als één van ons het zat was of gewoon zin had om de anderen te pesten, was het veel te makkelijk om simpelweg de rand naar beneden te houden. Er zat nauwelijks lucht in het badje, dus je kon hem gewoon platleggen. Voilà! Boze broer/zus en een verzopen zitkuil. (Waarom mijn ouders er nooit opgekomen zijn om van de zitkuil zelf een zwembad te maken is mij een raadsel..)
- Je kon er niet in zwemmen. Punt.
Allemaal first world problems natuurlijk. Toch was dat mijn idee van een ultieme zomerdag, met mijn broer en zusje in dat kleine oranje badje, in de zitkuil, in de achtertuin. In onze kleine wereld.
…oké, dus misschien doken we wel in het zwembadje en riepen we die schaafwonden over onszelf af. Maar in my defense, die blonde jongen op de foto rechts was Karel-Jan, mijn ‘vriendje’. Gevalletje indruk maken dus. Verder een hoog retro gehalte door onze oranje-bruine vouwwagen op de foto links.
* En hierbij nog wat foto’s van onze ‘grote wereld’ zomervakanties, als warm water ter compensatie voor het koude badje:
Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company
Een gruwelijk vakantieverhaal over een bitchy oma door Anna Denise Floor