Spookhuis tot Victoriaans hotel – de geschiedenis van hotel Pegasus
Binnenkijken in een Victoriaans interieur zoals dat van The Addams Family bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat krijg je als het 2015 is en geen 1900. En niet in Amerika woont, waar op iedere hoek van de straat wel een verlaten spookhuis staat. (In onze fantasie dan hè?) Na lang zoeken en nog slechts vertrouwend op onze lijfspreuk ‘hope springs eternal’, vonden we alsnog de perfecte locatie voor een binnenkijker passend binnen ons thema. Hotel Pegasus is vandaag de dag nog steeds in bedrijf, maar als je de drempel overstapt, stap je zó de Victoriaanse tijd binnen. Van spookhuis tot hotel: een korte geschiedenis én natuurlijk een heleboel foto’s van een bijzonder pand in hartje Apeldoorn.
Tekst en foto’s – Marlous Snijder
In Apeldoorn, ten zuiden van Paleis Het Loo, ligt de Indische Buurt. De wijk kreeg haar naam rond 1912, om meer Indische Nederlanders naar Apeldoorn te trekken. Als je puissant rijk was, dan woonde je in de Parkenbuurt. Had je net niet genoeg geld om in de Parkenbuurt te wonen, dan ging je in de Indische Buurt wonen. Lekker dichtbij het Koningshuis. Want tja, in die tijd vond men dat dat koninklijke toch ook zeker een beetje op haar omgeving afstraalde.
Het pand aan de Soerenseweg 17, waar nu hotel Pegasus is gevestigd, werd tot 1947 bewoond. Daarna wisselde het pand van eigenaar. Het interieur werd opgedeeld in hokjes en werd het thuis van gastarbeiders. Toen het pand daarna leeg kwam te staan werd het gekraakt.
In de jaren ’70, als de huidige eigenares het pand koopt, lijkt Soerenseweg 17 meer op een spookhuis dan op het karakteristieke pand dat het ooit was en nu weer is. De voortuin is dichtgegroeid en het huis is van binnen uitgewoond. Maar – en dit mag raar klinken – dit heeft zijn voordelen. In de jaren na de oorlog werden karakteristieke stijlelementen vaak uit panden als deze gesloopt. Glas-in-lood, en suite deuren, hoge plafonds, terazzo vloeren, lambriseringen…in die tijd was de algemeen heersende mening dat zulke stijlelementen veel te 1900 waren. De krakers op nummer 17 maakten zich echter niet druk om zulke wereldse zaken. Dus toen het pand in handen van haar huidige eigenaars kwam, bleek haar oude glorie nog intact te zijn. Weliswaar bedekt onder een laag vuil, vloerbedekking en voorzetwandjes, maar ze was er tenminste nog.
Niet dat we daarmee al kunnen afsluiten met een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. De gemeente had andere plannen met het pand. Geen fraaie plannen trouwens, want het stond op de nominatie om gesloopt te worden. Op de plek van het Victoriaanse pand stond een bejaardenhuis gepland. Jaren van gesteggel volgen.
De nieuwe eigenaar wordt bijna wekelijks met bezoekjes van gemeenteambtenaren vereerd, die net zo hard weer afdruipen. Je moest in de jaren ’60 sterk in je schoenen staan voor een dergelijk project. Aan de verhalen van Jeanne – de eigenares – te horen, was dat absoluut het geval. Iets zegt ons dat er een boek in die vrouw schuilt, getuige de volgende anekdote. Als de gemeente klaagt over de bouwsteiger die tijdens de restauratiewerkzaamheden tegen de gevel staat, belooft ze het gevaarte, als de werkzaamheden klaar zijn, oranje te verven en op te dragen aan de koningin. Als de werkzaamheden op last van de gemeente tijdelijk stilgelegd worden, stuurt ze alle aannemers die op dat moment ineens zonder werk zijn komen te zitten, door naar de gemeente om verhaal te halen. De ambtenaar die die mannen te woord heeft mogen staan, is daarna vast direct met pensioen gegaan. Of in een rusthuis getrokken. Niets is angstwekkender dan een aannemer die zonder werk zit.
We zijn dus nog niet bij het gelukkige einde.
Zelfs het door de gemeente tot monument (!) verklaren van het pand kan de bouw niet dwarsbomen. Het pand wordt gerestaureerd en in oude glorie hersteld. In een stoppenkast wordt een deel van de oude lambriseringen ontdekt, waarna de dochter van de eigenares de muren op dezelfde wijze beschildert. Volgens een restaurateur zijn de terazzo vloeren de mooiste van Apeldoorn. We weten overigens niet of hij die van Het Loo daarbij meerekende of niet.
Anno 2015 is het hotel nog steeds in bedrijf en heeft het zelfs diverse bezoekersprijzen gewonnen. Het interieur is nog steeds helemaal 1900, als je de gratis wifi niet meerekent. We naderen nu alsnog dat gelukkige einde. Maar, niet voordat we de tour door het hotel met haar bijzondere inrichting hebben afgerond.
Van boven naar beneden: de slaapkamers van hotel Pegasus zijn van alle gemakken voorzien en zijn allemaal anders ingericht. Zowel het interieur en exterieur zijn in Victoriaanse eer hersteld, inclusief barokke gietijzeren buitentrap. Daaronder: de eetzaal en serre met prachtige glas-in-lood ramen.
Met dank aan hotel Pegasus voor het openstellen van hun hotel.